255 Rijken. Lengte-Meters. Snelheid per minuut. Duitschland 0,80 112 Engeland 0,76 116 Oostenrijk 115—118 Frankrijk 115 Italië 120 Rusland 0,75 112—116 Nederland 1 115 België 110 Zweden J 112—116 De Duitscher maakt dus den grootsten pas, terwijl de Italiaan, in zijn warm land, het vlugst, de Belg daarentegen het langzaamst marcheert. De gemiddelde lengte der bovengenoemde volkenrassen loopt weinig uiteen; die der Duitschers en Oostenrijkers is 167, der Zuid-Franschen 163 centimeters, die der Maleiers (en Javanen?) bedraagt slechts 157 centimeters. (1) Terwijl alzoo de gemiddelde lengte van den Europeeschen tot die van den Inlandschen soldaat zich verhoudt als 20:19, vindt men o. a. de be trekkingsgetallen 25:21 tusschen de lioegrootheden hunner passen. Aan den anderen kant is het moeielijk overeen te brengen, dat de soldaat van het Indische Leger even vlug marcheert als de soldaat in de Noord- Europeesche legers, nu er tusschen de beide wereldstreken een dusdanig groot verschil van gemiddelde temperatuur bestaat. De gevolgtrekking ligt o. i. dan ook voor de hand, dat bij het Indische Leger de pas grooter zoude te maken zijn, bijv. die van 0,70 M. en dat te gelijker tijd de snelheid die van 115 in de minuut bepaaldelijk ver minderd zoude moeten worden, b. v. tot 100 in dezelfde tijdseenheid. Standvizier Beaumont-geiveer. Het groote voordeel van een standvizier (zoodanig gekozen, dat de daar mede overeenkomende kogelbaan zich niet hooger dan manshoogte boven den grond verheft) bestaat daarin, dat de soldaat in het laatste stadium van het vuurgevecht het hoofd niet meer heeft te breken, om de vizierklep lager te stellen. Terwijl nu de ballistiek van ons Beaumont-geweer aangeeft, dat o. a. (1) De grootste is die der Patagoniërs met 175; de kleinste die der Akka (Afrika) met 140 centimeters.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 268