292 geroepen wordt tot beslissing in zulk eene hoogst ernstige zaak, bedenken, aat de geschiedenis van alle eeuwen heeft geleerd, hoe noodzakelijk het is, dat het Gezag hen krachtdadig steunt, die zij het dan ook dikwijls in nederige betrekking geroepen zijn, met de wapenen dat Gezag te schragen; niet zelden ten koste van hun leven of van hunne gezondheid. Juli 1882. Ook „Een Bditenposter. Artillerie-broeikasterij? „Een Verlofganger" wijst in zijne „Sprokkelingen" (N° 8 van dit Tijd schrift) er op, dat het programma, volgens hetwelk in Nederland Infan- terie-officieren zullen worden „afgericht", om voor den tijd van vijfjaren te worden gedetacheerd bij de Artillerie van ons Leger, waarlijk eenvou dig is. Ik moet erkennen, dat, indien werkelijk niets meer wordt gevorderd dan „oefening in de behandeling van het in Indië in gebruik zijnde be legering- en veldgeschut," het programma al zeer eenvoudig is. Maar ik heb redenen, om de juistheid van die mededeeling te betwijfelen. Al thans toen ik in 1877 met verlof was, werden ook eenige Infanteristen „afgericht" (een leelijk woord, dat echter 't best uitdrukt, wat men be doelt; de geheele maatregel toch is slecht een palliatief; een hulpmid deltje, om den dienst in Indie gaande te houden), en bij dat onderwijs werd, behalve de exercitien met verschillende geschutsoorten, o. a. be handeld: het gebruik van schoots- en worptafelshet stelselmatig richten; de lasten (beweging van zware stukken, bijv. bij het ontschepen of bij bergachtig terrein); het aanmaken van sommige munitiesoorten, het in schieten, het corrigeeren van de richting en dergelijke meer. Dewijl er geen reden is, om aan te nemen, dat men thans in Nederland lichtere eischen zal stellen dan vijf jaren geleden, kom ik tot het besluit, dat het in N° 8 medegedeelde programma slechts schijnbaar eenvoudig is. Trouwens, indien niets anders werd gevorderd dan 't geen daar staat, dan zou men van de uit te zenden Infanterie-artilleristen niet die diensten mogen verwachten, welke de in '77 gedetacheerden hebben bewezen dienst en n. 1., welke overeenkomen met die van het grootste gedeelte der Artille rie-luitenants in kleine garnizoenen en op posten. De snelle africhting doet wel denken aan de broeikast; doch de africh ting zelve kan altijd als een niet te vermijden, door den nood afgeperst hulpmiddel even goede resultaten opleveren als tot dus verre zijn verkregen. 0_

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 305