339
buiten het kwartier bestaat, elders moet hooren, dat alle kitten ver
boden zijn, al eene zeer zonderlinge opvatting moet krijgen van de
voorschriften, waarnaar hij geregeerd wordt. Deze ongelijke toepassing
doet den Inlander natuurlijk aan willekeur van zijn chef denken, want
hij kan de militaire commandanten, die elk voor zijne standplaats
de verbodsbepalingen maken, niet voor naïef genoeg houden, dat zij
de voorschriften, door de Regeering gegeven, niet zouden begrijpen,
en daarom ongelijk toepassen. Immers hij zelf begrijpt de bedoeling
van het voorschrift zeer goed, als de onderofficieren hem bij het
houden van theorie art. 142 van het Reglement op den Inwendigen
Dienst voorhouden, waarvan de le en 9e alinea luiden„Hetverkoo-
pen van sterken drank, opium, onrijpe vruchten en andere voor de
gezondheid schadelijke eet- en drinkwaren in het kampement is ver
boden"; en „Personen, aan wie het verblijf in het kampement is
vergund, en die opium of sterken drank binnen het
kampement brengen of daarin behulpzaam zijn, worden terstond uit
het kampement verwijderd, en bij overtreding der bestaande regle
menten aan de bevoegde autoriteit overgeleverd".
Ook vindt men in de Alg. Ord. 1870, N° 145: „Hoezeer uit het
II0 Hoofdstuk van het Reglement van krijgstucht of discipline voor
het krijgsvolk te lande (1) wel is af te leiden, in welke gevallen het
amfioengebruik als eene overtreding tegen de krijgstucht moet wor
den aangemerkt, zoo wordt het toch niet ondienstig geacht te bepalen,
dat in deze strafschuldig zijn, zij, die in het kwartier of elders in
dienst worden bevonden van dat heulsap gebruik te maken, dan wel
waar ook, worden aangetroffen in een toestand, die getuigt van het
misbruik van opium in den zin, als wat men door dronkenschap ver
staat. Het met zorg en oordeelkundig tegengaan van het amfioen
gebruik wordt met nadruk aanbevolen."
Nog duidelijker is de bedoeling in de Alg. Ord. 1879, N°
j2,//art. lj>, luidende: „Na de voorlezing der krijgsartikelen (art. 98 van
het Regl. op den Inw. Dienstmoet aan de rekruten, bepaaldelijk
aan de Inlanders, duidelijk worden bekend gemaakt, dat het verkoo-
pen of verpanden van équipement, het ongeoorloofd spelen om geld,
(1) Het hier bedoelde artikel luidt: Al wie zich in den drank te buiten gaat, of
zich aan liederlijke conduiten overgeeft.
