BOEKAANKONDIGING.
Herinneringen aan mijn verblijf te Atjeli,
door C. de Moot/, officier van gezondheid le
klasse. Haarlem. J. F. Haeseker Co.
SI blz. in 8°.
Het mag een gelukkig denkbeeld genoemd wordendat de Heer De M.
zijne Herinneringen aan Atjeh, welke hij reeds medegedeeld had in het
Nederlandse! Militair Geneeskundig Archief, sedert in een separaat afdruk
in het licht heeft doen verschijnen. "Wij hebben dan ook zijne pennevrucht
met belangstelling gelezen, niettegenstaande daarin vele zaken zijn ver
meld welke de Heer De M. reeds vroeger in het Indisch Militair Tijdschrift
van 1879 had medegedeeld.
De eigenlof echter, die in zijn werkje hier en daar niet onzichtbaar door
straalt, heeft ons niet erg aangetrokken. Wij wisten toch reeds lang,
dat de Heer De M. een kundig en humaan geneesheer is, wiens ijver en
toewijding door zijne chefs en collega's naar waarde geschat en door de
Eegeering naar verdienste beloond zijn. Zijn geschrift is intusschen eene
kostelijke bijdrage tot de kennis, welke ernstige en doorgaans moeilijke
verplichtingen rusten op den Indischen officier van gezondheid. Als zoo
danig worden zijne „Herinneringen" bijzonder den studenten aanbevolen,
die eenmaal als arts bij het Leger in Indiê wenschen op te treden.
Ook echter in ruimeren kring zal het werkje welkom zijn.
Allen tochdie belangstellen in de verpleging van zieken en ge
wonden, zullen vele wetenswaardigheden uit het boekske kunnen optee-
kenen en o. a. tot de overtuiging komendat de Heer De M. door de rottan-
verbanden zijn verwonden medemensch ten zeerste aan zich verplicht
heeft.
Is het niet zonderling, dat die verbanden, welke oorspronkelijk voor
ons Leger vervaardigd en het eerst bij onze gekwetsten te Atjeh aan
gewend werden, in Indiê, het land der rottan en bamboe nog niet
officieel zijn ingevoerd? Bij het Leger in Nederlandbij de Marine (te
Amsterdam) en in den vreemde, ook bij de hospitalen, spoorwegen, Eoode-
Kruis,-vereenigingende brandweer, enz. zijn zij sedert ongeveer 3 jaren
aangenomen en proefhoudend bevonden.