SUBORDINATIE BIJ OFFICIEREN. In den laatsten tijd is van verschillende zijden gewezen op de weinige discipline, welke tegenwoordig bij ons Leger bestaat, en zijn daarbij meer of minder goede middelen ter verbetering aan de hand gedaan. Steeds had men daarbij het oog op den minderen militair, niemand sprak van de officieren. Over het algemeen wordt over de subordinatie bij officieren licht gedacht, alsof het eene zaak van zeer ondergeschikt belang ware, dan wel alsof daarop niets viel aan te merken. Wij gelooven evenwel, dat eene goede en welbegrepen subordinatie bij de officieren noodzakelijk is voor eene goede discipline bij de mindere militairen, en zelfs dat deze discipline onbestaanbaar is bij weinig subordinatie onder de officieren. Tevens gelooven wij, dat op deze subordinatie in den laatsten tijd veel valt af te dingen. Men begrijpe ons echter wel. Wij stellen de onder geschiktheid der mindere militairen volstrekt niet gelijk met die der officieren, daar de onderlinge verhouding dezer laatsten zoo geheel verschillend is met die der soldaten. Bij dezen toch is een gemeen zame omgang tusschen de verschillende rangen evenzeer af te keuren, als die bij de officieren van alle rangen gewenscht is. Alleen ver- meenen wij, dat deze wijze van omgang verkeerd begrepen wordt. Deze meening nader uiteen te zetten is het doel van dit schrij ven Het prestige wordt het gemakkelijkst verkregen en behouden door de autoriteiten, die zich slechts zeldzaam aan hunne onderge schikten vertoonen, of weinig met hen in contact komen. Dit is niet alleen het geval bij de militairen, maar ook in verschillende andere verhoudingen. Zoo zullen bijv. de werklieden bij eenige onderneming veel angstiger zijn voor den chef, die het werk komt bezichtigen, dan voor hunne opzichters; al weten zij ook, dat zij °-^sRgs=3£-«

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 429