432
Uit het ia het begin van ons opstel genoemde werk van Haupt-
mann Honig zal de generaal Knoop sedert hebben ontwaard, dat het
nog heden ten dage met de vrije uiting van gedachten ook bij het
Duitsche officierskorps bijster slecht schijnt gesteld te zijn, nu, wij
herhalen Honig's woorden van zoo even: „die deutsche Militarlitteratur
monopolisiert" ist, denn bis heute die pensionierten Officiere die einzig
unabhangigen Militar-Schriftsteller sind."
Die „Unabhangigkeit" toch leggen wij in consciëntie uit in den
zin als hiervoren door ons werd bedoeld, toen wij den Indischen
toestand bespraken, dat n. 1. een gepensionneerde luitenant van uit
Soerabaija niet meer naar Boentoek, Pelarang of Koepang is over
te plaatsen; wèl zijn collega in activiteit.
Zoodra er in eenig geschrift geene persoonlijke hatelijkheden dan
wel onwaarheden voorkomen, hebben wij dan ook niets tegen alle
N. N. 's a b 's en Xea. „II faut avoir le courage de son opi
nion" zijn woorden, die zeer wèl klinken en ook in boeken goed
figuur maken.
Mocht echter eenig officier, eene goede zaak voorhebbende, deze
ter publieke tafel willen brengen en hij daarbij zich niet geheel
kunnen losmaken van de noodzakelijkheid, om „gevoelighedens"
te treffen van eenige chefs, die het liefst al het bestaande in hun
ressort wenschen beschreven te zien comme le mieux dans le meil-
leur des mondes,dan ja, dan zullen wij dien officier niet in het
minst er om veroordeelen, wanneer hij daarbij zijnen naam achterhoudt.
Niet iedereen wil er zich aan wagen, een slachtoffertje te worden.
Naar onze meening sticht het anonieme geschrijf, mits in behoor
lijken vorm, minstens evenveel nut als het overige.
Sloot men voortaan de deur voor alle anonymi, dan zou de pers
ten langen leste uitsluitend gevoed worden door „lofredenaars" en
zoude de journalistiek, niet het minst de militaire journalistiek, een
beeld te aanschouwen geven van „Schmeic'helei", dat vrij wat meer
recht van afkeuring zoude geven dan dat, hetwelk men thans, over
het algemeen, tegen anoniem geschrijf vermeent te mogen hebben.
Anoniemus.