Z. E. DE LUITENANT-GENERAAL K. YAN DER HEIJDEN EN DE BURGERLIJKE AMBTENAREN. Wie Uwer, Lezers, heeft niet gejuicht bij de kennisname van het Reuter-telegram van den 19Jen Augustus jl., luidende: „Het verslag der commissie van rapporteurs over het request van „Generaal Yan der Heijden aan de Tweede Kamer zegt, dat de „tegen den Generaal ingebrachte beschuldigingen niet gerechtvaar- „digd zijn, noch op het punt van wreedheid tegenover de dwangar beiders in Atjeli, noch wat betreft de verdachtmakingen van 's Ge neraals eer." Immers, al sympathiseeren niet allen met den generaal Van der Heij dentoch zullen de praktijken van den Minister van Koloniën Baron Van Goltstein en den Gouverneur-Generaal Mr Van Lans- berge zeker ook hunne verontwaardiging hebben opgewekt. Welke zijn de oorzaken, die het aanzijn gegeven hebben aan dit te legram Wij gelooveude zucht van den Gouverneur-Generaal Van Lans- bergeom zoo spoedig mogelijk na de verovering der XXII en XXYI Moelcims en in ieder geval nog vóór zijne aftreding, het civiel bestuur op At jell in te voeren. We zullen trachten in het volgende dit duidelijk te maken. Den 17den November 1881 waren door den Minister van Koloniën Baron Van Goltstein aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal eenige inlichtingen verstrekt betreffende de vervanging van den ge neraal Van der Heijden door den Heer Pruijs van der Hoeven, ten bewijze1° dat het „incident Der Kinderen(1) hoegenaamd geen (1) Zie lnd. Mil. Tijets. N°. 7 van 1882, bladz. 65 en vlg.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 463