EENIGE BESCHOUWINGEN OYER DE GRA
NAATKARTETS TOT 8™.
In de beschouwingen over „Het inschieten der Artillerie te velde",
voorkomende in N°. 2 van het Indisch Militair Tijdschrift van dit
jaar, wordt er door den Heer Boefje op gewezen, hoe de hoop, spoe
dig in het bezit van zooveel betere veld- en bergvuurmonden te ge
raken, geenszins aanleiding heeft gegeven tot geringere belangstelling
in ons tegenwoordig veld- en bergmaterieel, dat in den loop der
jaren 1880 en 1881 belangrijke verbeteringen heeft ondergaan.
De schokbuizen hebben van de Granaat tot 8cm een uitstekend
projectiel gemaakt, terwijl door de invoering van de tempeertang de
waarde van de tijdbuis der Granaatkartetsen tot 8em is vergroot, en
dus ook dit projectiel daarbij belangrijk heeft gewonnen.
Reeds gedurende een drietal jaren is men in de gelegenheid ge
weest, practisch over de aangebrachte verbeteringen te oordeelen, daar
reeds in 1879, bij het houden der practische oefeningen van de veld
en bergbatterijen op Javavan de verbeterde projectielen gebruik is
gemaakt.
De roep over de belangrijke waardevermeerdering van de Granaat,
sinds deze van een goede schokbuis, zooals de ingevoerde is geble
ken te zijn, werd voorzien, is algemeen.
Maar wat de Granaatkartets betreft, kan dit helaas niet gezegd
worden. Heeft de gewijzigde bewerking van het tempoeren ontzag
lijk veel vereenvoudiging ondergaan, toch valt bij het practische ge
bruik van dit projectiel geene bijzondere betere uitwerking waar te ne
men, en wegens zijne ongunstige resultaten blijft het veroordeeld.
Is deze veroordeeling billijk? Dit kan niet anders dan bevestigend
beantwoord worden, omdat het oordeel berust op daadzaken, n. 1.
practische resultaten. Maar zijn de redenen, waarop die veroordee-