C'est a ciiacun a fixer le degré de consideration dort il
494
dat van eene verdere vervolging was afgezien, om reden hij niet
volkomen zeker was succes te verkrijgen. De vraag dringt zich op of
het uit dêpit was, dat men kapitein K. zoolang in onzekerheid liet en
hem daardoor nutteloos leed en geldelijke schade berokkende.
Bewijzen had men dus niet machtig kunnen worden, om kapitein
Kauffmann van wreedheid te kunnen beschuldigenhoeveel moeite
de procureur-generaal zich ook getroost had. En niettegenstaande dat
bracht die procureur-generaal een rapport uit, waarin niet alleen op
kapitein Kauffmann de verdenking van mishandeling gepleegd te
hebben op weerlooze dwangarbeiders, bleef berusten, maar ook generaal
Van cler Heijden werd beschuldigd, niet alleen die mishandelingen te
hebben toegelaten, doch zelfs bevolen.
Eene meer uitvoerige bespreking achten we voor het doel van dit op
stel overbodig, terwijl we ons volmondig onbekwaam erkennen om beter
dit rapport te ontleden, dan zulks in het Amsterdamsch Handelsblad
is geschied. In De Locomotief van 29 30 en 31 Augustus 1882
zijn die opstellen overgenomen, onder den titel: „Het Wreedheden-
rapport van Mr. Sibenius Trip veroordeeld."
Wij bevelen de lezing van die belangrijke analyse ten zeerste aan.
Op afdoende wijze wordt door al het voorgevallene bevestigd de
juistheid van Longuet's gezegde:
Y.
VEUT JOUIR.