"V -A. 3R, X -A—
Een Vraag en een Antivoord.
Wat betcekent toch eigenlijk Miles Vetus, waarover in het Indisch
Militair Tijdschrift zoo veel en zoo heftig is gekibbeld?
Deze vraag is niet moeilijk te beantwoorden.
Wanneer wij een Latijnschen Lexicon openslaan en onder de littera
M het verbum substantivum Miles opzoeken, vinden wij aangeteekend
Miles krijgsmansoldaat. Sub littera Y verder nasnuffelende, treffen wij
het adjectivum Vetus aan, dat oudniet jong, bejaard opgeeft. Zoo vinden
Wij bij Tekentius vetus verbum zrz een oud spreekwoordliomo vetus
bejaarde (oude) man; bij Horatius: vetus senectus hooge ouderdom; bij
Caesar vetus navis =z een oud schip.
Koppelt men nu het woord miles bij vetus, dan moet alhoewel men
die samenvoeging bij Latijnsche schrijvers niet aantreft die compositie
een bejaarde, oude krijger beteekenen; niet te verwarren met een oud-
soldaat, waarvoor de Romeinen het woord Veteranus hadden.
Het zij ons geoorloofd een conjectuur te maken.
Yan algemeene bekendheid is het, dat in het tijdperk van de gouden
eeuw, toen kunsten en wetenschappen bloeiden, de Romeinsche Staat de
machtigste was, het Romeinsche volk als een krijgshaftig, echt militaii
volk bekend stond; getuige tal van belangrijke oorlogen, die zij tegen
de verschillende volken met schitterend succes steeds voerden.
Zoowel volgens den gescliiedvorscher Titus Liviüs als andere schrijvers,
b. v. Julius Caesar in zijn werk vde bello gallico", bestond het Romeinsche
leger uit krachtige in den bloei van hun leeftijd zijnde soldaten; van
daar dat van een miles vetus in de geheele litteratuur nergens eenig
spoor te vinden is. Bejaarde soldaten waren teneenemale onbekend.
Zij, die in den krijg grijs geworden waren: militiae vetus heetten.
Veteran!.
Gewaagd is het derhalve niet wanneer wij tot de eenigszins logische
gevolgtrekking komen, dat de samenkoppeling van miles vetus,evenals
vinum rubrum" (roode wijn) en nog zooveel andere compilatiën van