592
In overeenstemming daarmede treft men dan ook in vele buiten-
landsche reglementen de bepaling aan, dat de geweren eerst kort voor
het openen van het vuur worden geladen, zoodat als regel met onge
laden geweer wordt gemarcheerd.
Desalniettemin treft men nog in enkele legers bij het Infanterie-
geweer eene zekerheidsrust aan.
Bij het Duitsclie geweer Mauser M. 71) vindt men eene zeker-
heidsinrichting; doch deze is zeer onpractisch en vereischt eene zorg
vuldige behandeling en zooveel oplettendheid, dat die bij de minste
ruwe behandeling onbruikbaar wordt.
Bij het Fransche geweer Gras M. 74) heeft men een zekerheids-
rust als middel ter voorkoming van het ontijdig afgaan van het schot
overbodig geacht. Ten einde echter in de enkele gevallen, dat het
geladen geweer niet dadelijk wordt afgevuurd, do slagveer niet geheel
gespannen te laten, maar vooral de trekkerveer bij het ongeladen
geweer te kunnen ontspannen, heeft men in het ondergedeelte van
den haan twéé rusten aangebracht.
Om bij het ongeladen geweer den haan in de zekerheidsrust te
stellen, brengt men eenvoudig den knop van den geleider zoover op
waarts, tot men de trekkerveernok in de achterste rust hoort springen.
Is het geweer daarentegen geladen, dan wordt de knop van den
geleider eerst gedeeltelijk naar links gedraaidmen plaatst de linker
hand onder de lade, ter hoogte van hot staartstuk, met de vingers
tegen den knop, om hot terugvallen daarvan te belettenvervolgens
omvat men met den duim der rechterhand de bocht van den haan (1)
en drukt zacht op den trekker, doet den haan langzaam voor
uitgaan en laat den trekker weder los, waardoor de trekkerveernok
in de voorste rust springt. In dezen stand is de punt der slagpin
zoo dicht bij de patroon, dat het schot niet zou afgaan, al werd,
door een of ander toeval, een druk op don trekker uitgeoefend.
Wenscht men den haan weder te spannen, dan wordt de knop
(1) Dc inrichting en werking van grendel, haan met slagpin, trekker en trekkerveer
met nok bij het Fransche geweer komen in hoofdzaak geheel overeen met die bij
ons achterlaadgeweer klein kaliber; alleen is de knop massief en de slagveer een spiraal,
welke om de slagpin is gelegd, terwijl de haan op zijn bovenachterkant een uitholling
heeft tot plaatsing van den duim, evenals het vroegere ChassejJot-gQweer.