NOG EENS: HET INSCHIETEN DER ARTIL LERIE TE YELDE. Eerst bij de kennisname van het opstel van den Heer K. k. A. de Neve, in de vorige aflevering van dit Tijdschrift, m mij ge bleken, dat in de verklaring der figuur, voorkomende in mijn opstel over hetzelfde onderwerp, een grove fout is gemaakt. Uit het feit, dat in die figuur aan weerszijden van B, het genm - deld trefpunt, 50% treffers zijn vermeld, hetwelk geheel m overeen stemming is met de vermelding van 85 15 100% onder de lijn, blijkt duidelijk, dat C en D onmogelijk de grenzen van de strook der 50°/0 spreiding kunnen zijn. De bedoeling was: Zij A°het doel, B het gemiddeld trefpunt, dat blijkens de uitkomst der schoten vóór het doel ligt, C en D de grenspunten, waarbinnen de treffers, dus 50vóór en 50% achter het gemiddeld trefpunt, vallen, dan is BC BD 54 M., daar de 50% lengtesprei ding voor den onderwerpelijken vuurmond op den afstand van 2000 M., e dichtstbij zijnde in de tabel, 27 M. bedraagt enz. (1) Is de figuur op die schaal geteekend, dan verkrijgt de strook All, die de 15°/0 treffers bevat, welke volgens de veronderstelling achter het doel vallen, natuurlijk de vereischte lengte van 38 M. Deze strook mag men echter geenszins „de strook welke lo /0 treffers bevat" noemen, aangezien daarvoor weder een ligging an lm, gemiddeld trefpunt in het midden er van noodig is; de aldus te benoemen strook heeft, blijkens de tabel der waarschijnlijkheidsfactoren, eene lengte van 27 X 0,28 7,5 M. Het zwaartepunt mijner redeneering lag trouwens in het aantoonon, dat men door gebruik te maken van ovengenoemde tabel, voor AB (1) Gemakshalve is hierbij aangenomen, dat binnen de strook, die viermaal de lengte van de 50°,lengtespreiding heeft, alle treffers vallen, hoewel ze e.genhjk slechts 99.3°/D bevat,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 62