HET VRAAGSTUK DER REPETEER-GE WEREN. De gewichtigste vraag van den tegenwoordigen tijd op militair- technisch gebied is de quaestie, welk repeteer-geweer aangenomen moet worden voor de bewapening van Leger en Vloot. Dit vraagstuk geldt zoowel onze strijdmacht in Europaals die in onze Indische bezittingen. liet is een uitgemaakte zaak, dat de vuursnelheid van het repeleer- geweer veel grooter is dan die van den gewonen achterlader. Ook meent niemand langer, dat het Beaumont-gevreer, wat zijne ballistische eigenschappen aangaat, op de hoogte van onzen tijd isen dit gebrek kan niet geheel verholpen worden door, evenals bij ons leger in Nederlandeen nieuw model patroon aan te nemen. Het eenig ware middel, om hierin verbetering te brengen, is door aan den loop een kleiner kaliber te geven. "Wij moeten dus een geheel nieuw geweer hebben, waarmede men zekerder en sneller kan schieten dan met het Beaumont-geweer. De krijgsgeschiedenis bewijst, dat het verschil in vuursnelheid tusschen twee wapenen dikwijls een beslissenden invloed heeft uit geoefend op het lot der strijdende partijen. Om een dezer voorbeelden aan te halen: in den veldtocht van het jaar 1866, waarin, tusschen de geweren van Oostenrijkers en Pruiseneen verschil in vuursnel heid bestond van 1 tot 4 of 5, is deze verhouding terug te vinden uit een vergelijking van de grootte der wederzijdsche verliezendeze verhielden zich namelijk als 4,43 tot 1. Tijdens den heldhafcigen strijd der Transvaalsche boeren tegen de Encjelschen, in het jaar 1881, hebben eerstgenoemden getoond wat uitmuntende schutters uitrichten kunnen, als zij gewapend zijn met juist-schietende geweren Wanneer wij thans, vertrouwende op het overwicht onzer vuur wapenen, den Inlandschen vijand in onze Oost-Indische bezittingen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 646