HET VOTUM DER TWEEDE KAMER IN ZAKE KLEIJ C. S., GETOETST AAN DE WET. De 2« alinea van artikel 42 der Wét van 2 September 1854 [Neder- landsch Staatsblad N° 129; Indisch Staatsblad N° 2 van 1855] luidt: „In Nederlandsch-Indië worden de officieren door den Gouverneur- Generaal benoemd." De 3e alinea: „Zij worden door hem bevorderd en ontslagen op den voet bij alge- „meene verordening bepaald." Alzoo bevordering en ontslag nader door eene Algemeene Verordening te regelenbenoeming echter niet. Deze TVet primeert het Koninklijk besluit dd. 24 November 1859, N°. 69 [Indisch Staatsblad N°. 26], waarbij sub artikel 9 is bepaald „Bij de oorspronkelijke benoeming tot 2<len luitenant wordt, bij gelijke „dagteekening van benoeming, de rangschikking bepaalddoor den Koning, „wanneer de benoeming in Nederland geschiedt, en door den Gouverneur- generaal, wanneer de benoeming in Nederlandsch-Indië plaats heeft. „De ouderdom in rang voor de bevordering rekent van de dagteeke- „ning van het hesluit der benoeming, met dien verstande, dat voor „de tot 2de luitenants bij de landmagt in Nederlandsch-Indië benoem- „de kadets van de Koninklijke Militaire Akademie, die dagteekening Gelet op het zeer actueel belang van de zaak, hebben wij vermeend, dit eerst heden ontvangen opstel alsnog te moeten toevoegen aan het overigens reeds afge drukte December-nummer. 7 December 1882. Red.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 694