75
Anticritiek op „Pligtcn 011 Eegfcen van
den Indischen militair."
In het vorige nummer van dit Tijdschrift hebben een „Bataljons-adju
dant en een Gewoon-Luitenant" een oordeel uitgebracht over het door
Schrijver dezes samengestelde werkje, getiteld „Pliyten en Reg ten van den
Indischen militair, enz."
Hoewel het niet te ontkennen valt, dat de Recensenten in het boekske
hier en daar „la petite bete" hebben gezocht en zij zich zeiven niet
altijd gelijk zijn gebleven, is hun oordeel, over het algemeen, gunstig
te noemen. S. betuigt dan ook aan R. zijn oprechten dank, dat zij zijn
streven blijkbaar ten zeerste op prijs stellen.
Erkentelijk voor elke waardeerende critiek, die op leemten (1) wijst,
had hij liever gezwegen.
Maar in oen gunstig bekend orgaan vinden beweringenvervat in goed
geschreven volzinnendoorgaansbij velen, een welwillend onthaal, een
goedgeloovig oor, te zelden rechtmatigen twijfel.
S. meent daarom alsnog met nadruk er op te moeten wijzen, dat en
kele der door R. verkondigde stollingen den toets der juistheid niet ge
heel kunnen doorstaan.
Do voornaamste grieven, die R. tegen het werk hebben, zijn:
1°. dat de prijs veel te duur is;
2°. dat het hun eene teleurstelling was het niet in den vorm van een
Indischen Willeste zien verschijnen; en last not least
3°. cja! het boek een handboek voor den soldaat nimmer een „Stand
aardwerk" zou kunnen worden.
S. is de eerste om te erkennen, dat het werkje niet goedkoop is. Maar,
eilievewanneer R. zeggen dat, een in Nederland uitgegeven, doorliet
Ministerie van Oorlog aanbevolen en aanhoudend herdrukte „Willes" nog
1.30 kost, is dan 2.50 voor een exemplaar der eerste oplage vaneen
nieuw militair werk eens geheel onbekenden auteurs in gemoede veel te
duur (2) te noemen? Onlangs onderschreef de Redactie van het „Militair
Blad" de meoning, dat voor Nederlandde prijs van een militair werk,
hetwelk 16 ets. per vel druks 8° kost, niet te hoog mocht genoemd wor-
(1) Ter loops zij aangeteekend, dat S. de gewraakte mceningen en voorschriften,
vermeld op bl. 33, 36 en 37 van zijn werk voorshands blijft handhaven. Daarentegen
is daarin op bl. 193, staat A, rubr. 4 reg. 2 v. b. nog een hinderlijke zetfout geble
ven; er staat n. 1. 160, lees: 260.
(2) S. cursiveert hier en elders.