91 Daarom vindt men ook eerst in den lateren tijd der Keizers wets bepalingen tegen deze misdaad, en wel een verordening van keizer Valentianus van het jaar 367 na Christus, waarin wordt bepaald, dat ieder, die zich aan zelfverwonding schuldig maakt, levend zal worden verbrand. Yele moderne militaire wetboeken straffen zelfverwonding met vrij heidsstraffen, met in achtneming der omstandigheid of de schuldige al dan niet geschikt blijft voor den militairen dienst, en of de dood in tijd van vrede of oorlog geschiedt. Zulks is bijv. in de Duitsche en Oostenrijksche militaire strafwetboeken het geval. Een andere plicht van den soldaat is moed. Hij is aan zijnen eed verplicht alle gevaren moedig tegemoet te gaan. De Romeinsclie soldaat, die bij een treffen met den vijand het eerst op de vlucht ging, werd met den dood gestraft. Dezelfde straf wegens lafhartig heid trof ook den soldaat, die verzuimde in het gevecht den meer dere te steunen, wanneer deze gedood werd. Als bewijs van laf hartigheid werd beschouwd, en daarom ook als zoodanig met den dood gestraft, wanneer de soldaat in het gevecht zijn wapens verloor. Slechts om zeer belangrijke redenen kon in dit geval de doodstraf worden gewijzigd in plaatsing in een minder geachte militaire klasse. Ook ons militair wetboek bevat, evenals andere nieuwe militaire wetboeken, strenge bepalingen tegen de lafhartigheid. Wordt het lafhartig nederwerpen of verlaten der wapenen in eene actie tegen den vijand met den dood gestraft (C. W. 94), geroep of geschreeuw in de nabijheid van den vijand, strekkende om schrik of verwarring te veroorzaken, wordt zelfs met den strop bedreigd (C. W. 64). De Romeinsche wetten gaven den veldheer en iederen meerdere het recht, om bij oogenblikkelijk groot gevaar, den lafhartigen sol daat te dooden. Ook het Oostenrijksche militaire wetboek bevat gelijke bepalingen. In het bovenstaande vinden wij eenige op Romeinsche volkszeden en denkwijzen steunende, het Romeinsche recht eigene opvattingen daargelaten een overeenstemming in de grondbeginselen van het militaire strafrecht van voorheen en thans, meer bijzonder in de op-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 102