94
In tegenstelling met de gemeene misdrijven, moet aan de bestraffing
der militaire delicten een objectieve maatstaf ten grondslag strekken,
d. i.de straf is afhankelijk van het meerdere of mindere gevaar,
dat door het delict ontstaat voor de discipline, zoodat in het mili
taire strafrecht de afschrikkingstheorie is opgenomen.
Zooals wij reeds opmerkten ligt hierin eene overeenstemming van
het militaire strafrecht der oudheid met dat van den tegenwoordigen
tijd.
Een tegenstelling bestaat, wat betreft de behandeling van vreedzame
personen en goederen in den oorlog, daar volgens het tegenwoordige
oorlogsrecht slechts door de staten oorlog wordt gevoerd, terwijl in
de oudheid de oorlog een onderlinge strijd was tusschen alle inwo
ners der oorlogvoerende staten.
1 October 1882. Joh. C. Veenhuijzen,
