96 Franschman, dien men afzonderlijk aantrof, werd vermoord. Groote moeilijkheden moesten hieruit in vele opzichten voor het leger, voor het onderhoud en voor de samenwerking ontstaan." Wreekten de Franschen de moordaanvallen, dan dachten de inboorlingen aan niets anders dan aan nog bloediger wraak; toonden sommige provinciën zich tot verzoening geneigd, dan zagen de Bedouinen daarin een bewijs van zwakheid van de Fellah's en brachten zij hen met geweld tot de zaak van den opstand terug. „Fast iiberall wurde gekampft, und ganz Egypten glich nur einem Schlachtfelde. Die Franzosen kerrschten nur dort, wo sie eben standen," zegt Spiriclion Gopcevic in zijn bekend artikel: „Die französische Expedition nach Egypten. Na hun vertrek naar elders verhief de opstand zich weder even krachtig als vóór de komst der troepen. „Neder-Egypte, zegt Yon Lossau, '„was, gelijk wij reeds weten, in een onophoudelijken staat van gisting, en het Fransche leger kon zich op geen duurzame rust en veiligheid verlaten, maar moest be stendig de uitbarstende opstanden bestrijden. Zoodanig leven was uitermate vermoeiend en verwekte eene verbittering tusschen de soldaten en de inwoners, die met de nederlaag van de eene of andere partij moest eindigen. Onder deze ongunstige omstandigheden werkte de tijding van he vernietigen der Fransche vloot door de Engelschen als een donderslag. De Egyptenaar zag er een spoorslag in, om het aangevangen verdel- gingswerk tegen de ongeloovigen met kracht voort te zetten. De Franschen daarentegen waren terneergeslagen en verlangden niets liever dan zoo spoedig mogelijk dit land van sluipmoordenaars te verlaten en naar Frankrijk terug te keeren. Doch van terugkeeren kon na den zeeslag bij Aboukir voorloopig geen sprake zijn, want de communicatie met het vaderland was zoo goed als afgebroken en kon slechts met enkele schepen steelswijze plaats hebben. Yan de zeezijde door de Engelsche schepen en van de landzijde door de Mamelukken en een in aantocht zijnd Turksch leger be- Jahrbiiclier fiir die deutsche Armee und Marine 188081.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 107