101 de gelegenheid wordt gegeven, om de situatie der toestanden en zaken, waarop hij weldra grooten invloed gaat uitoefenen, in tijds en grondig te bestudeeren, om daarna van zijne meening te doen blijken. Het is dus niet alleen zijn rechthet is ook zijn plicht^ om vrijmoedig, duidelijk en nadrukkelijk te verklaren, wat volgens zijn oordeel de voor waarden zijn tot bereiking van het krijgsdoel. Generaal Wolseley en de Pers. Van generaal Wolseley wordt gezegd, dat hij de bij de legers te velde aanwezige dagblad-correspondenten beschouwt als den vloek der moderne oorlogvoering. Yoor deze. meening is veel te zeggen. Onder de vele middelen toch, welke in den krijg tot bereiking van hot oorlogsdoel aangewend worden, speelt geheimhouding bijna altijd de grootste rol. Operatieplannen moeten geheim blijven. De stelling, de kracht, de geest, de bewegingen van het leger moeten voor de tegenpartij geheim blijven, en wat moet er al niet meer geheim blijven in den oorlog? Honderde voorbeelden kunnen uit de krijgsgeschie denis aangehaald worden, waarbij belangrijke uitkomsten verkregen werden, welke zonder geheimhouding van het operatieplan, onmogelijk behaald zouden zijn. Niemand zal dit tegenspreken. Maar dan zal ook niemand ontkennen, dat de belangen van de krijg voering lijnrecht staan tegenover de belangen van de pers. De meest mogelijke geheimhouding tegenover de grootst mogelijke publiciteit. Ieder ontwikkeld mensch erkent gaarne, dat de pers een groote zegen is voor het menschdom. Doch dit neemt niet weg, dat in zake den oorlog de pers niets anders is als de moderne spion. Een bekende zaak is het, dat de Pruisische generale staf in den oorlog 1870—71 de voornaamste berichten omtrent de plannen, bewegingen en stel lingen van het Fransche leger ontving uit de groote Engelsche dagbladen, welke goed op de hoogte gehouden werden door hunne oorlogs-correspon- denten. De Koningin der Aarde is machtig en generaal Wolseley heelt dan ook de dagblad-correspondenten niet uit het Engelsche leger in Egypte kunnen weren.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 112