107
Het vizier van liet Zwitsersch repeteergeweer.
Een groot voordeel van dit onlangs door den Heer Schmidt in Bern
uitgevonden vizier is, dat het zooveel langere voetstuk de vizierklep so-
lieder beveiligt en voorts dat het vlug en nauwkeurig stellen der klep
zoo veel minder moeielijk gaat, nu de nummers der honderdtallen niet
zoo dicht bij elkander staan.
Het doet ons leed, door bezwaren van technischeu aard verhinderd
te worden, hier eene teekening van dit vizier te doen volgen.
Uitbreiding van het kader officieren en dat
bij het Binnenlandscli Bestuur.
Wanneer men de in het jaar 1853 gearresteerde Legerformatie met de
tegenwoordige vergelijkt, dan is het organiek aantal officieren niet noe
menswaard vermeerderd. Geheel anders is dit met het aantal resi
denten assistent-residentensecretarissencommiezencontroleurs en
adspirant-controleurs, wier aantal b. v. op Sumatra (Atjeh niet medegere-
kend) van 92 tot 138 gestegen is in het tijdvak 1844 1881.
Zoodanige ongelijkheid van bedeeling is alleen te bereiken door het te
Atjeh gevolgde stelsel, om de militaire bezetting voor verreweg het groot
ste deel sedert tal van jaren uit de troepen te detacheeren, die volgens
de legerformatie bepaaldelijk tot verdediging van Java en Sumatra's
Westkust zijn aangewezen. Voor de zooveelste maal is ook dit jaar weder
aan den Minister van Koloniën door de Commissie van rapporteurs over
de Koloniale begrooting gevraagd, of uitbreiding van het Leger niet als
urgent moet aangemerkt worden; of thans die vraag het Leger ten
bate zal komenwij gelooven het niet.
De Ministers van Koloniën, zoomede de Gouverneurs-Generaal, die in
de laatste jaren den scepter zwaaiden, leden over het algemeen bijzonder
weinig aan vooringenomenheid met het Leger, wanneer het niet om vleien
de woorden, doch om daden te doen was.
Kameraadschap van de zijde der officieren van het
Nederlandsche Leger.
Toen eenige jaren geleden de Indische officieren in een onverdiend on
gunstig daglicht werden gesteld, nam in hetzelfde Duitsche tijdschrift de
kapitein der Nederlandsche infanterie Van Tuerenhout voor ons den hand
schoen op, terwijl eenigen tijd daarna, ten jare 1880, de kapitein van den