108
generalen staf De Bas zieh op de bres stelde, toen het Opperbestuur
voornemens was de Indische cavaleriesterkte beduidend in te krimpen.
Thans weder strijdt dezelfde kapitein De Bas met alle kracht tegen het
door het Indische Leger betreurd besluit, om af te zien van de aanvanke
lijk voorgenomen triangulatie van Sumatra.
Wij mogen, onzes inziens, zulke kameraadschappelijke handelingen niet
laten voorbijgaan, zonder daarvoor aan die verdienstelijke officieren onze
oprechte, warme hulde te betuigen.
Zij verplichten aan zich zeer de Indische kameraden en dringen ons,
om op tijd en plaats ook voor de belangen van het Kederlandsche Leger
mede tè strijden.
De October-aflevering van De Indische Gids."
Wie onzer eenige jaren terugdenkt aan het weinig beteekenend eenig
militair orgaan, „Mars" geheeten, dat zijn jeugdig leven nog trachtte
te rekken door het opnemen van reclames o. a. van officieren-verlof
gangers, die tijdens de zeereis naar hunnen zin wel wat veel gezouten
vleesch hadden moeten eten, en met dat militair orgaan thans vergelijkt
de vele flinke artikelen van actueel, militair belang, in de laatste jaren
in het Indisch Militair Tijdschrift en de Indische Gids geschreven,
komt gereedelijk tot de slotsom, dat de Indische officieren thans veel
ernstiger dan vroeger blijk geven van hunne zucht, om in zake de mi
litaire huishouding een overigens eerbiedig woordje mede te spreken.
Waar een 20tal jaren geleden, de zeldzame uitzonderingen niet te na
gesproken, in geschrifte dofheid van geest viel te constateeren, heerscht
thans, in den goeden zin van het woord, opgewekt wetenschappelijk leven.
Van dit laatste legt het best getuigenis af het Indisch Militair Tijd
schrift sedert 1878 tot op heden, de afspiegeling van ons denken en ge
voelen gedurende dat tijdvak en thans weder de hiervoren genoemde
Gids-aflevering, waarin wij „de nieuwe formatie van het Indisch Leger"
op eene meesterlijk bekwame wijze, beschreven en critisch nader bekeken
zien.
De 50 aan dat onderwerp bestede bladzijden tintelen van zakelijkheid
en scherpen blik en blijkbaar niet zonder reden' heeft de ter zake kun
dige, ongenoemde schrijver zich ditmaal niet tot het Indisch Militair
Tijdschrift willen wenden, opdat zijn geschrift ook onder de oogen van
„niet-militairen." zoude komen, die, wat betreft het wel en wee van het
Indische Leger, niettemin een stem in het kapittel hebben.