'S LEGERS GROOTSTE RAMP.
Welk een gelukkig tijdperk in ons leven, toen een roman als
Paul en Virginie," gevloeid uit de pen vau een Bernardin de
Saint-Pierre, voor ons zooveel aantrekkelijks bood
Hoe menige zucht ontvlood alsdan den jeugdigen boezem; hoe
1
Komt op, o schimmen mijner kameraden
en krijgsmakkers, die, in de laatste dertig
jaren, op JavaBorneoBali, TimorCele
bes en Sumatra gevallen, van vermoeijenis
bezweken of aan uwe wonden overleden
zijt
Laat uwe vermagerde of met wonden
overdekte ligcliamen zien, zoo als die er
uitzagen, toen gij, verre van vrouw en kind,
verre van uwe dierbare moeder, verre van
uwe vrienden den dood vondt!
A ertoont op den achtergrond de van een-
gereten harten van tot armoede vervallene
moeders, vrouwen en kinderen
Treedt het Binnenhof op; gaat daar de
zalen der Staten-Generaal binnen; en roept
daar die vertegenwoordigers der in Neder
land wonende Nederlanders toe: Ziet hier
wat wij voor u dedenWat deedt gij voor
ons
Gelukkig alsdan de enkelen ,wier in ons
Leger betoonde belangstelling een roepstem
bleef in de woestijn. Want zij, slechts zij
alleen, zullen met Shakespeare kunnen
zeggen
„Waarom, mij ontwarend, stijgen uwe
„van bloed doorweekte haren overeind?
„Waarom richt gij die oogen, wier ver
droogde appel uit zijne holte is verdwe-
„nen, naar mij? Jïiet ik heb u gedood."
Zie: Mijne „Rustverstoorders"