123 klaar dat ik deze alinea in geen anderen zin aanneem dan dat het de bedoeling van den vorigen Minister niet is geweest, den adressant te grie ven of in de schatting van anderen te doen dalen. In geen geval gaat het aan, in de conclusie eene andere beteekenis te leggen, dan die welke in de bedoeling der Commissie lag, al kon de redactie welligt duidelijker zijn. De heer de Casembiioot: Ik had het voornemen niet bij deze discussie het woord te voerenwant ik dacht dat wij zeer tevreden konden zijn met de conclusie die de Commissie voorstelt. Ik breng zelfs die Com missie daarvoor mijne hulde, omdat daardoor getoond wordt dat men in de Nederlandsehe Vertegenwoordiging, welk verschil tusschen de politieke partijen overigens moge bestaaner voor durft uitkomen wanneer onregt geschied is en durft zeggen dat onregt moet worden hersteld. De conclu sie, gebaseerd op een zeer lang verslag, dat met de meeste moeite en zorg is opgesteld, is als het ware eene satisfactie voor den generaal van der Heyden en in het algemeen eene afkeuring van de wijze waarop die ver dienstelijke, kundige en brave veldheer hier in de Kamer door een Minis ter is bejegend. Eene reserve dien ik bij aanneming der conclusie wel te maken. Ofschoon ik geen amendement zal voorstellen, moet ik toch verklaren dat ik mij niet vereenigen kan met de zinsnede, waarin ver klaard wordt dat de Minister niet de bedoeling gehad heeft om den adres sant te grieven of in de schatting van anderen te doen dalen. Ka alles gelezen te hebben vrat is voorgevallen tusschen den generaal van der Heyden en het Indisch bestuur, staat mijne overtuiging onwrik baar vast, dat men al het mogelijke heeft gedaan om dien veldheer te grieven, zoodat hij eindelijk besloot het bestuur neder te leggen. De ge neraal heeft uit vaderlandsliefde den scepter zoolang mogelijk gevoerd, daar hij inzag dat hij zoolang mogelijk moest pal staan. Doch dit be haagde niet, en de man die zijn leven zoo dikwijls voor het heil des vaderlands had gewaagd, die man moest wijken voor intrigues. De geachte afgevaardige uit Hoorn sprak van een theater in Spanje, waarin voorkomt: Ne touchez pas a la reine. Op denzelfden grond wijs ook ik op een theatereene schoone muziek vergezelt het lied waarmede in Le Barbier de Seville wordt ingeleid een man, die moet voorstellen iemand van het afzigtelijkst karakter, iemand die leeft van leugen en las ter, Basile. Wie heeft niet met bewondering geluisterd naar dat stuk van Rossini, dat ons zoo heerlijk vergast op dat lied de la calomnie? Welnu, in deze zaak heeft men dien Basile met zijn vreeselijken hoed ten tooneelQ

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 134