menige traan bevochtigde het van levenslust schitterende oog, bij de herdenking van al het leed, dat die gevoelvolle schrijver aan zijne verrukkelijke beelden liet wedervaren. Ja! \Yel gelukkig was de levensperiode, waarin het leedbetoon over de ongerechtigheden, jegens anderen gepleegdover de rampen, den evenmensch berokkend, ons nog als deugd werd aangerekend Ook op mij had die eersteling, die lievelingsroman mijner jeugd, een diepen indruk gemaakt. Ook ik had Paul en Virginie van uit de woning hunner moeders, in de liefelijke dreven van hun bekoor lijk Eden gevolgden vurig wenschte ik toen, mij nog eenmaal daarin verplaatst te zien, ten einde de schepping van Bernardin aan de werkelijkheid te toetsen. Doch, het ging met die illusie als met zooveel andere; haar werd den bodem ingeslagen en zij spoedig verge ten. Eerst vijf en twintig jaren later zou zij inderdaad verwezenlijkt worden. Helaas, onder welke omstandigheden Op den 15den November van het jaar 1867 mochten verschei dene Nederlandersop hunne terugreis naar het Vaderlandals een reddende engel het oude lie de Francehet sedert 1810 tot Enge land behoorende Mauritiusbegroeten. Wij waren de eersten niet, die toen om redding naar dat eiland uitzagen; en zullen ook de laatsten niet zijn. Het was die overtuiging vooral, die mij, met de wer kelijkheid van het ontsnapt gevaar voor oogen, er al dadelijk toe dreef, om, wetende hoe weinig mijne landgenooten met die streken bekend waren, te verzamelen, wat ik kon machtig worden en op te teekenen, wat ik met juistheid te weten kwam. Hoe licht, dacht ik, zouden de aanwijzingen, daarin vervat, den wakkeren zeeman kunnen te stade komen; den ontmoedigden reiziger geruststellen of het gevaar van hem afwenden; en hoe rijkelijk zou ik mijne pogingen alsdan beloond achten. De welwillendheid, daarbij van de zijde Zijner Excellentie Sir Henry BarJcly K. G. B., toenmalig gouverneur van Mauritius en Onderhoorighedenondervonden; de steun, zoowel door de invloed rijkste als door wetenschappelijke mannen en door vrijmetselaren aan mijne pogingen geschonken, brachten mij van het eene wetenswaardige tot het anderewaardoor ik, hoewel door een hevige kwaal aangetast, van leedgevoel overstelpt, door vervolging afgemat en van alles be-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 13