cavaleristen en tal van vrienden en bekenden door haar werden weg
gemaaid terwijl geen enkele officierswoning in het cavaleriekampe-
ment, van eene schatting aan slachtoffers bleef bevrijd.
Begrijpende, hoe wij andermaal met deze zoo verraderlijk en on
zichtbaar binnensluipende vijandin konden te worstelen hebben, zoo
waren er, voor zoo verre bekend, van dat oogenblik, door genees-
heeren, geleerden of redacteuren in Nederlandsch-Indiëgeen bespre
kingen dier ziekte in 't licht gegeven, of ik had mij die aangeschaft,
ze gelezen en eenige beroemde werken, daarin vermeld, uit den
vreemde doen komen. De meesten waren door hunne tot het vak
der geneeskunde behoorende uiteenzettingen, termen, analysen en
onderstellingen, voor ons, leeken, te onbegrijpelijk en bleken uitslui
tend voor deskundigen of, beter gezegd: voor mannen, tot wier vak
de bestrijding van ziekten behoort, geschreven; zoodat zij de massa
onbevredigd lieten. Wel kon men, bij vergelijking dier verschillende
werken, daaruit gegevens omtrent den loop dier ziekte, hare geschie
denis en eenige algemeene gezondheidsmaatregelen opteekenen, om, in
onze taal overgebracht, tot een beknopt geheel te verzamelen; doch
ik deed dit toen uitsluitend met het oog op hetgeen voortaan, ten
■opzichte van dat ziektegevaar, in onze kazernen zou worden veror
dend. Wie kon vermoeden, dat ik die later met zooveel nieuwe,
onzen geneesheeren, bij hunne nasporingen, wellicht dienstige, in elk
geval, merkwaardige aanteekeningen zou kunnen verrijkenen, niet
alleen persoonlijk kennismaken, maar een innige vriendschap aan-
knoopen (bij redde mij het leven) met den beroemden man, wiens
mededeelingen omtrent de Cholera de bijzondere aandacht der Engelsche
en Fransche academiën hebben getrokken, met den Heer Joseph
Maillouxgeneesheer te Port-Louiseen man, die niet alleen als ge
leerde, als staatsburger en als mensch, maar als de moedige levens
redder van lionderde Engelsche en Fransche familiën, alom wordt
geëerd en geacht; daar hij het was, die, tijdens den grooten christen-
moord te Madagaskarals oud-lijfarts der koningin Eanavcila Manjaka
door niemand vergezeld, de wraakzucht dier bloeddorstige vrouw wist
te stuiten.