149 ningen op de inkwartiering te maken. Uit den aard der zaak zal deze last hoofdzakelijk, zoo niet geheel op de Europeanen en de Cliineezen moeten drukken, sommige Arabieren en Inlandsche hoofden of ambtenaren uitgezonderd, omdat zij tot de welgestelde klasse der ingezetenen van Nederlandsch-Indië behooren. Inkwartieringen in engeren zin zijn in Indië wel bekend. De last daarvan drukt alleen op de Inlandsche bevolking. Men raadplege het bij Indisch Staatsblad K° 85 van 1872, als onderdeel van het nieuwe Reglement van administratie voor het Indische leger, gearresteerde „Reglement voor in Indië alleen reizende militairen en militaire personen en voor marcheerende troepen, behoorende, tot de landmacht in Neder- landsch-IndiS"1 en daarvan speciaal de artt. 5, 43, 49, 50, 53, en 56. Tot de inkwartieringen op de in Europa gebruikelijke schaal be hooren de kantonnementen. Deze zijn, voor zooverre ons bekend is, op de in Europa bestaande wijze in Indië tot hiertoe nog niet toegepast.. (1) c. Leverantiën en requisition. Yan het resultaat der leverantiën en requisitiën bij de Inlandsche bevolking eener in staat van oorlog of van beleg verklaarde landstreek zal men in den regel niet veel te hopen hebben. Groote voorraden van levensmiddelen, zooals in Europazal men zelden bij die bevolking opgestapeld vinden, omdat het bekend is, dat de Inlander gewoonlijk slechts zóóveel bezit om met zijn huisgezin van de opbrengst van zijn oogst te leven, of wan neer hij tot de minder welgestelde klasse behoort, dit van den eenen op den anderen dag te kunnen doen. Wat men eenigszins onder voorraden verstaat, vindt men in den regel slechts bij de Chineesche opkoopers. Yan daar, dat elke troepenmacht te velde zich in Indië door het magazijnstelsel van het noodige moet voorzien. Elke groote troepenmacht zal in den regel moeten leven van hetgeen zij mede- voert, niet van hetgeen zij in de landstreek vinden kan, hetgeen zeer gevaarlijk is. Zjj is en blijft afhankelijk van hare magazijnen; zij (1) De troepen, die b. v. in 1880, 1881 en 1882 de cordons der veepeest moesten bezetten op Javalagen wel is waar ook in hantonnementevenals de in 1871 naar Pehalongan en Bandjarnegara en 1873 naar Banjoewangi gezonden troepen, maar zij werden in door het civiel bestuur daarvoor opgerichte pondoks of loodsen dari wel andere beschikbare gebouwen, maar niet bij de ingezetenen gelogeerd. Wij laten liet bij deze voorbeelden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 160