188 De bevolking moest bovendien overtuigd zijn, dat de dood der gijzelaars onverwijld bet gevolg zou zijn van bet schenden barer belofte van trouw. Eenmaal onderworpen, maakte Bonaparte gaarne gebruik van de diensten der Bedouinendoor hen te belasten met het overbrengen van depêches en van transporten. Men vindt dus naast de grootste strengheid de meeste gematigdheid en zelfs een zeker soort van meegaandheid, voor zoover betreft de in woners van het land, hetzij Fellahdan wel Bedouin. Doch zoodra heeft Bonaparte niet te maken met vreemde oosterlingen, bij voorbeeld Tur kenof alle vergevensgezindheid verdwijnt. Yoor dezen is geen genade. De Turkenvan wie wij vroeger meldden, dat zij het land afreisden om het volk in opstand te brengen, werden gevat en gedood. Aan generaal Zayonscheckdie het bevel had in de provincie Menouf schreef hij: „II faut que vous traitiez les Turcs avec la plus grande sévérité; tous les jours ici je fais couper trois têtes et les promener dans le Caïre; c'est le seul moyen de venir a bout de ces gens-ci." En aan generaal Menou: „Les Turcs ne peuvent se conduire que par la plus grande sévérité; tous les jours je fais couper cinq ou six têtes dans les rues du Caïre. Nous avons du les menager jusqu'a présent pour détruire cette réputation de terreur qui nous précédait aujourd'hui, au contraire, il faut prendre le ton qui convient pour que ces peuples obéïssent; et obéir, pour eux, c'est craindre". „Obéir, c'est craindre": dat is de grondgedachte, welke telkens weer te voorschijn komt. En om de gewenschte vrees te doen geboren worden, dreigt Bonaparte de dorpen met brand, en doet ook werkelijk als straf tegen verzet eenige dorpen in de ascli leggen. De groote veldheer was dus geen tegenstander van branden, mits met oordeel toegepast. Toen zijn adjudant Jullien met een escorte van 15 man in het dorp Alqdm overvallen en afgemaakt waren, gaf Bonaparte de volgende order „De opperbevelhebber gelast: Art. 1. Dewijl de inwoners van het dorp Alqdm den adjudant Jullien en 15 Fransclien, die hem vergezelden, vermoord hebben, zoo zal dit dorp verbrand worden. Art. 2. De brigade-generaal Lanusse zal morgen avond met 500

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 199