8 buiten hare oevers en worden de landerijen overstroomd. De stormen zijn alsdan verschrikkelijk. De Ganges stort zich door vele mondingen in de golf van Bengalen. De driehoek door de twee voornaamste dezer mondingen en den Oceaan gevormd, wordt de Delta genoemd. In het midden dier Delta ligt de stad Jessoraalwaar, zegt men, in 1817 de Epidemische Cholera uitbrak. Negen takken van den Ganges doorsnijden dezen driehoek. De vereeniging der Cossimbazar en der Djellenghi, de twee westelijkste armen van den Gangesvormt de Houglij, die zich te Calcutta in de golf van Bengalen stort. De geregelde overstroomingen dezer rivieren veroorzaken de groote vruchtbaarheid van den Indischen grond; doch, wanneer die wateren weer binnen hunne oevers treden, laten zij op deze uitgestrekte oppervlakte een groote hoeveelheid modder en allerlei verrottende voor werpen achter, die de lucht met vergiftigende uitwasemingen vervullen. De bewoners dezer streeken behooren tot verschillende secten de talrijk ste is die der Hindoes (de eigenlijke Inlanders). Zij kenmerken zich door een zacht, verwijfd en traag karakter; en zijn gewoonlijk slecht gekleed, slecht gehuisvest en slecht gevoed. Men weet dat de Ganges door de inboorlingen als een geheiligde rivier wordt beschouwd; en dat hare wateren den dooden tot een laatste verblijf strekken. De Hindoes vermeenen de hemelsche zaligheid deelachtig te wor den, wanneer zij zoo gelukkig zijn, in de wateren van den Ganges te kunnen sterven. Menigmaal wordt de stervende reeds in de rivier geworpen al vorens hij de laatste adem heeft uitgeblazen. Op eene bevolking van 150 millioen inwoners, moet de gemiddelde sterfte een verbazend getal bedragen. Daar elk riviertje, elke beek die op den Ganges uitloopen, hunne schatting aan dooden medevoeren, ziet men deze rivier, over hare geheele lengte, met in ontbinding verkeerende lijken opgevuld. De godsdienst schrijft wel is waar voor, de lijken te verbranden en hunne asch in het water te werpendoch deze leer, te Bombay en in enkele andere gedeelten waar de Engelschen toezicht houden, stiptelijk opgevolgd, wordt aan de oevers van den Ganges overtreden. Zal het in 't water aan verrotting prijs geven van zulk eene verbazende hoeveelheid menschelijke overblijfselen, op zich zelve reeds niet in staat zijn de cholera te doen ontstaan? Wij geloven niet alleen dat deze omstan digheid daartoe voldoende is, maar wij zijn overtuigd dat zij de eenige is> die tot de ontwikkeling dezer ziekte in die streeken aanleiding geeft. Die veronderstelling, bij den Heer Mailloux tot overtuiging geko-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 19