189
man van zijn afdooling en een adviesjacht vertrekken en naar Alqdm
gaan, om deze order uit te voeren. Al het vee en het graan, dat
hij er zou kunnen vinden, worden ingescheept en ten voordeele van
do Republiek in beslag genomen. Indien hij er in slagen kan de
hoofden te vatten, zal hij ze als gijzelaars naar Ca ito voeren.
Hij zal het dorp aan plundering prijsgeven op zoodanige wijze,
dat er geen enkel huis heel blijft.
Hij zal door middel van een proclamatie, welke hij in de naburige
dorpen zal doen verspreiden, bekend maken, dat het dorp Alqdm
verbrand is geworden, omdat de inwoners eenige Franschendie op
den Nijl voeren, hebben vermoord."
Doch niet altijd verlangde Bonaparte dat het geheele dorp verbrand
werd. Soms gelastte hij alleen het verbranden van sommige huizen,
wanneer namelijk de bewoners, welke gearresteerd moesten worden,
voortvluchtig waren.
Dit ziet men o. a. uit eene aan den Generaal Bugua gerichte
missive, waarin gezegd wordt:
„Ik stel mij voor, Burger Generaal, dat gij op dit uur Mehallet-el-
Kebijr zult onderworpen hebben; ik verwacht elk oogenblik liet
bericht er van. Stel eenige voorbeeldendoe de meest schuldigen ont
hoofden, en, voor het geval zij gevlucht zijn, hunne huizen verbranden.
Wanneer oen dorp sterk onder den invloed van de hoofden was
en onder dien invloed iets strafbaars had verricht, dan stelde Bona
parte zich tevreden met het tuchtigen dier hoofden en achtte dan
ook het verbranden der schuldige dorpen onnoodig. Daarom schreef
hij aan generaal Bucjua: ,,J' approuve fort, citoyen general, ce quo
vous me dites, de ne pas bruler les villages, mais seulement punir
les chefs, qui effectivement sont les seuls coupables.
Do opstand bereikte zijn toppunt in een oproer, dat in de hoofdstad
Cairo uitbrak, waaraan ook de Fellahs en de Beclouinen uit den
omtrek deelnamen en dat drie dagen duurde.
In een volgend artikel zullen wij trachten, zoo beknopt mogelijk
van dat oproer eene beschrijving te geven en daarbij de aandacht
vestigen op de buitengewoon krachtige dwangmiddelen, hier 'door
Bonaparte aangewend.
Jean Pierre,