NOG EENS: HET REGLEMENT OP DEN INWENDIGEN DIENST DER INFANTERIE YAN HET NEDER- LANDSCH-INDISCHE LEGER. In N°. 8 van 1882 van ons Militair Tijdschrift behandelt Mati Pa- nari eenige leemten, die in het Reglement op den Inwendigen Dienst der Infanterie voorkomen en wijst hij op sommige gebreken, die dit reglement volgens zijne meening aankleven. Aangespoord door den schrijver zeiven, vonden wij de vrijmoedigheid, ook onze denkbeelden over dit onderwerp ten beste te gevenwant, hoewel wij het in hoofdzaak met den geachten schrijver eens zijn, hebben wij, buiten cn behalve de reeds gereleveerde, nog eenige andere opmerkingen en bestaan er enkele punten, waarin wij met hem van gevoelen verschillen. Onze wellicht niet overbodige opmerkin gen alsnog onder de algemeene aandacht te brengen, is het eenigste doel van dit schrijven. Zijn wij het in beginsel, dat de mindere, en er bestaat immers geen volstrekte gelijkheid in dienst (zie artikel 3), ten allen tijde ge hoorzaamheid en eerbied betoone aan zijn meerdere in ranggeheel met den geachten schrijver eens, bepaald afkeurenswaardig zouden wij het echter vinden, door een verandering in den zoo duidelijken zin der daarop betrekking hebbende artikelen, of het scheppen van een Draconisch wetje, de uiting van alle vrije gedachte te beletten eti een onhoudbaren toestand in het leven te roepen. Advocaten vindt men in eiken stand. Ieder rechtgeaard militair zal begrijpen, dat met openbare hier bepaaldelijk synoniem met het Fransche publiccommun welvoegelijkheid niet bedoeld wordt wel- voegelijkheid op openbare plaatsen. Dat er chefs gevonden worden, 0^»=^ Split komt ihr doch ihr hommt Schiller Die Piccolomini

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 201