216
te maken en levert het rijden geen genot op. Ook verbaasde het me,
dat in eene uitgestrekte stad als Padang, volgens globale gissing 3/4 uur
gaans lang en breed, nog geen enkele tram bestaat. Zulk eene inrichting
zou uitstekende zaken maken, want, niettegenstaande men in Padang
verplicht is om veel te rijden, zoo is het rijden er nochtans duur en be
zwaart vooral zeer het budget van de officieren, daar het kampement
zeer afgelegen is. Te Batavia betaalt men voor elk ritje met een dos-a-
dos slechts 25 cents, te Padang echter f 1.Ik hoorde dan ook wel
eens mompelen, dat het niet meer dan billijk zou zijn, om die officieren,
welke niet gerechtigd zijn tot het houden van een dienstpaard en toch
verplicht zijn, om wanneer ze bijv. schoolgaande kinderen hebben, er een
dos-a-dos met paard op na te houden, daarvoor, in den vorm van fourage,
eene schadeloosstelling te geven. Te meer zou dit billijk zijn, omdat vele
officieren, die gerechtigd zijn tot het houden van dienstpaarden, thans
fourage voor 1 of 2 paarden ontvangen zonder er een enkel op stal te
hebben. „Gelijke monniken, gelijke kappen" zou de Oude Heer zeggen!
Hierboven sprak ik van het kampement. Dit en do officierswoningen
zijn zoo ver mogelijk gelegen van alle bewoonde buurten en te midden
van, voor 't grootste gedeelte des jaars, onder water staande rijstvelden of
sawah's. Ofschoon het kampement in alle opzichten den toets der critiek
mag doorstaan en iemand, gewoon aan de oude, vuile, bouwvallige Hol-
landsche kazernen, een uitroep van verbazing ontlokt, zoo verwonderde
't me nochtans, dat men, zoowel hier als te Padang-Pandjang en Fort de
Koek, die ik later doortrok, bij voorkeur die kampementen in het laagste
en vochtigste gedeelte der plaats gebouwd heeft.
„Want do aerdt der Hollanders is soodanigh, gelijk UEd. mede ten
„beste bekent is", schrijft Johande Witt in zijn bekenden brief aan Pieter
de Groot, en we zouden er op kunnen laten volgen: dat ze bij voorkeur
in den modder bouwen. En dat, niettegenstaande we reeds in onze „prilste"
jeugd leerden, dat onze voorouders de Batavieren hunne woningen bouw
den op hoogten: „Terpen of wieren genaamd."
Evenals Batavia heeft Padang twee pleinen, het eerste, dicht bij do
landingsplaats en het zeestrand gelegen, heet het Michiels-plein. Op het
midden daarvan staat, als ik me niet bedrieg, hetzelfde monument, als
te Batavia vóór het Waterloo-plein. Het tweede plein heet het Plein
van Rome. Hoe het aan dien naam gekomen is, heb ik, ondanks
al m'n nieuwsgierigheid, niet kunnen ontdekken. Aan dit plein ligt
het voor provoosthuis ingerichte fort, in de wandeling „de benting"
genaamd.