223
lijk is", slechts zelden in 't goed Hollandsch hoort noemen, hen langs
de wangen gudsten. We hadden innig medelijden met die eleves van
do Militaire School, die slachtoffers van een reeds sedert jaren afgeschaft
monopolie en van de echt-Hollandsche bedachtzaamheid; van het consi-
dereeren en adviseeren over zaken, welker oplossing zoo dringend noodig
is, al ware het slechts uit eigenbelang: de bevordering n. 1. van de
vrijwillige dienstneming.
'Wie der Lezers, die het voorrecht hadden, gisteren de dansrcceptie bij
Z. E. den Legercommandant bij te wonen, is het ontgaan, dat de, strikt
volgens de voorschriften gekleede, élèves vooral gedurende het tweede
gedeelte van den avond er uitzagen, alsof zij uit eene blauwverwerij
waren weggeloopen.
De gevolgen? Yraag er naar aan sommigen der Dames, die hun de
eer van eenen dans schonken; die hare entree maakten met japon
netjes, even rein als hare hartjes, doch thuis kramenin welk een
toestand? Ja, ik durf het haast niet te zeggenthuis kwamen:
besmet.
Besmet? ja! door aanraking met de oorspronkelijk witte, doch later,
als de vingers der Zwollenaren, blauw geworden fil d' Ecosse handschoenen.
En dat blauwhet is onvergankelijk; zelfs de beroemde „groene"
zeep doet het niet verdwijnen. De japonnetjes zijn dus bedorven; de
Dames, die er zoo lief mee uitzagen, zijn dus eveneens de slachtoffers
geworden van(zie boven).
Zou een en ander geen gewicht in de schaal leggen, om de autoritei
ten te doen besluiten tot afschaffing van zulk een uniform?
Zouden hunne harten niet tot teederheid worden gestemd, nu zij ver
nemen, aan welk lot do balkleeding hunner vrouwen, dochters en-nichtjes
is blootgesteld
We hopen "van ja.
Moge onze hoop worden verwezenlijkt
Batavia17 Januari 1883.
Observator.
Ook een „Nalezing.'
In ons Tijdschrift N°. 10 van 1882, pag. 362, geeft een Sobat betoel
een „Nalezing" op het in der tijd door Mati pasari ingezonden artikel;