246 in meergenoemd Koninklijk bevel de bepaalde bevoegdheid ligt op gesloten, om niet onverwijld, machinaal, lijdelijk en letterlijk alle dus ook slechte en schadelijke bevelen ten uitvoer te leggen, vooral, geen bevelen op te volgen, die blijkbaar in strijd mogten zijn met „het welzijn van de dienst" of de „openbare welvoegelijkheid" Het spreekt echter van zelf, dat een chef niet dan in de uiterste noodzakelijkheid, in zeer buitengewone gevallen, en geheel op eigen verantwoordelijkheid van de lijdelijke gehoorzaamheid zal mogen afwijken. Hierin heeft hij slechts te rade te gaan met zijn eer, zijn pligtsbesef en zijn eed. Door dien eed toch is elk Officier niet alleen gebonden aan „ge hoorzaamheid aan de wetten" (en reglementen) maar óók, en in' de eerste plaats tot trouw aan den Koning Tegenbevelen, waardoor die trouw zoude worden verbroken, is de officier dan ook niet alleen geregtigd, maar zelfs verpligt, zich te verzetten, en voor die trouw zelfs zijn leven veil te hebben! De meerdere heeft voorzeker het regt om te bevelen, maar dat regt ontleent hij eenig en alleen aan de wetten, reglementen en voorschriften". Het is de thans nog van kracht zijnde Leger order 1869 N°. 72 die dit op de meest stellige wijze ieder superieur ter stipte navolging onder de aandacht brengt. In de „Ordonnance sur le service intérieur des troupes d'Infanterie", gëarresteerd den 2en November 1833 onder Louis Philippe, en thans weder opgenomen in de, na den oorlog 18701871, uitgevaardigde nieuwe Inwendige dienst voor de Infanterie van het Fransche Leger, leest men: „Principes généraux de la subordination. La discipline, faisant „la force principale des armées, il importe que tout supérieur obtienne „de ses subordonnés une obéissance entière et une soumission de „tous les instants; que les ordres soient exécutés littéralement, „sans hésitation ni murmure; l'autorité qui les donne en estrespon- sable, et la reclamation n'en est permise a l'inférieur que lorsqu'il „a obéi". Hoe treurig ook door de Franschen zelve verwaarloosd, hier al thans heeft men een leidend beginsel, eene meer zuivere opvatting van de eischen der krijgstucht.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 257