247 Van „allerspoedigste uitvoering" der bevelen, van onvermijdelijke bestraffing der geringste nalatigheden en misslagen, zoo als ook van de personen, welke dezelve hebben bedreven, is hier geen sprake. En toch zijn onze militaire wetten naar de Pransche voorschriften bewerkt. De zoo gevierde militaire schrijver Joachim Ambert zegt teregt, dat er welligt geen woord is, dat meer van zijne oorspronkelijke bestemming is vervreemd, dan juist dat woord krijgstucht! „Pour la plupart des hommes" zegt hij „la discipline est un „ensemble de régies monastiques ou militaires, entourés de sévères „repressions. lis voient dans la discipline son moijen de domination „et non d'amelioration. Les langues anglaise, hollandaise et alle mande ont emprunté le mot discipline a la langue francaise, mais, „dans son sens moderne de repression." Platon zegt, dat de krijgstucht niets anders is als krijgsdeugd [Ambert pag 631]. En, in het door von Clauseivitz nagelaten werkOver den oorlog vindt men: „De krijgsman moet zich onderwerpen aan eischen van hooger „belang; aan gehoorzaamheid, orde, regel en méthode." „Doordrongen te zijn van den geest en het wezen van het oor logsbedrijf, de krachten die er in werkzaam behooren te zijn in „zich te oefenen, op te wekken en op te nemen, met zijn verstand „de geheele zaak te bevatten, door oefening zekerheid en gemak er „in te bekomen, geheel daarin overgaan, van den gewonen mensch „geheel in den ons daarin aangewezen rol tredenziedaar de „krijgsdeugd van het leger in het individu". Dus weder eene andere omschrijving van krijgstucht, n. 1. krijgs deugd. De krijgstucht, zegt Ambert „s'établit d'autant mieux dans une „armee, que la justice y est plus vénérée, les droits acquis plus „respectées, les services plus honorées". „Wanneer zijne wetten streng zijn" zoo vervolgt die schrijver „dan is een genootschap óók streng in de handhaving zijner regten ook is geen genootschap gevoeliger en kittelooriger dan juist het Leger, daar waar het geldt de billijkheid en de regtvaardigheid.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 258