248 De minste inbreuk op die regten en aanspraken kwetst dierbare belangen en een eerbiedwaardige gevoeligheid. Daardoor worden in de stille onderwerping smarten geboren en opgewekt, die, langs de wegen van onverschilligheid en moedeloosheid den grondslag leggen voor de insubordinatie". Schoone woorden en juiste denkbeelden, waarmede wij ons geheel vereenigen Kolonel Stoffelde bekende attaché militaire van het Fransche leger te Berlijn vóór 1870, heeft weder eene andere opvatting van het woord: krijgstucht. „De krijgstucht in het Leger" zegt hij „is niets anders als de tucht in het gewone leven, dat wil zeggen: pligtbesef, gehoorzaam heid jegens aangewezen personen, „eerbied voor het beginsel van magt en voor gemaakte instellingen." Hoe veel waars en goeds die omschrijving ook bevat, toch voldoet zij ons niet geheel. Die volkomen gelijkstelling van de burgerlijke, de maatschappelijke met de militaire tucht achten wij niet juist. Die volstrekte gehoorzaamheid die elk militair zijn meerdere ver schuldigd is, die zelfopoffering, waarmede de ware krijgsman den dood onverschrokken te gemoet treedt, die strenge tucht, waardoor een schildwacht in sommige gevallen zijn medemensch straffeloos het leven beneemen mag, alleen krachtens zijne speciale positie, krachtens de militaire wetten en voorschriften, dit alles zoude in de burger maatschappij misdrijf, ja misdaad zijn! En toch, die tucht is het, die een Leger bij één moet houden, die tucht alléén maakt het mogelijk, dat de soldaat somwijlen aan het ongelooflijke grenzende daden van heldenmoed en zelfopoffering kan verrigten; die tucht eindelijk maakt een Leger. De krijgstucht stelt hóóger en strenger eischen dan de burgermaat schappij in het dagelijksche leven Die edele, grootsche zelfopoffering, die den militair, alleen op het bevel van zijn superieur een gewissen dood zonder aarzelen doet te gemoet gaan, die algeheele zelf-verloogchening, zoo onafscheidelijk van den geest die den waren krijsman moet bezielen, dat hooge gevoel van pligtbesef, die onvoorwaardelijke gehoorzaamheid en onderwer ping aan eischen van hooger belang, al die deugden, die slechts

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 259