zorgsmaatregelen bedacht zijn. Op het tegenover Mauritius gelegen He Plate (door de Engelschen Flat-Island genoemd) werd een la zaret opgericht. Dit eilandje is voor een zoodanig doeleinde alleszins geschikt. Men had dus slechts voor de stipte nakoming der qua rantainereglementen te waken, om de bewoners dier gewesten voor verdere onheilen te vrijwaren; doch, eenmaal het gevaar geweken, zag men de schildwacht, die voor het algemeen welzijn moest waken, zorgeloos insluimeren; want, nog tweemaal wist die ziekte Mauritius binnen te sluipen. Wel is het waar, dat de eerste dier twee invallen moeilijk door het quarantainereglement kon worden verhoed, wijl toen, de door het Militair-Commissariaat aan de bevolking verkochte, in Hindostan afgedragen militaire kleeren, die aan menigen kooper den dood berokkenden en het eiland in groot gevaar brachten, daar van oorzaak warenmaar, bij den tweeden, gelukkig den laatsten inval, in November van 1861, Avas het weer een schip van Calcutta The Mount Stuart Elphinstone dat die hydra van den Ganges uit Engelsch-Indië overbracht en te Mauritius veel ellende stichtte. Ook nu, evenals bij elke vorige gelegenheid, kon men weer met juist heid opgeven, op welke wijze de Aziatische Epidemische Cholera was binnengeslopen, wie door haar het eerste waren aangetast, enz. Maar, wat helpt dat, als zij binnen is? Gelukkig werden, van toen af, de quarantainereglementen zoodanig verscherpt, dat, niettegenstaande voortdurend tal van Engelsch-Indi- sche schepen aldaar voor anker komen, die ziekte zich, sedert 1861, niet meer op Mauritius heeft vertoond. Mogen dat heerlijke land en zijne energieke bewoners thans, voor immer, tegen hare invallen gevrijwaard zijn. Moge dit opstel, een in 't belang van ons Leger, Koloniën en Moederland opgehangen spiegel, steeds nuttig bljjven weerkaatsen. Ja, mocht eenig geneesheer daarin slechts een enkele mededeeling ontwaren, die zijne studiën kan te stade komen; en daardoor iets tot heil van t menschdom en van dat Leger worden bijgebracht, alsdan zijn mijne pogingen rijkelijk beloond. Meester-Cornelis, 1 December 1882. Aston Boelen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 25