249 door eene voorbeeldige krijgstucht worden opgewekt en onderhouden, zijn in de burgermaatschappij óf geheel onbekend, of, althans niet in die mate aanwezig als in een deugdelijk Leger. Andrê Chenier, de talentvolle dichter, de kundige, moedige en on vermoeide bestrijder der wilde, woeste, bloeddorstige Jacobijnen, die het Fransche Leger misbruikten tot bereiking hunner eigen baatzuch tige en misdadige oogmerken, heeft, in een keurig tafereel de ware beteekenis van het woord Legeren de daartoe onmisbare Krijgs tucht verheerlijkt. Het Leger zeide hij is ongetwjjfeld eene der maatschappe lijke instellingen die de meeste aanspraak heeft, op aller bewondering en aller dankbaarheid. De Godsdienst wordt alléén verstaan door het Geloofook zij vormt de menschen wel ten goede, maar, haar taak is toch voornamelijk om zielen op te voeden voor eene toekomst aan gene zijde van het graf. De Godsdienst heeft voorzeker haar helden en martelaren, haar strijders en schoone daden, maar, zij waakt toch niet onmiddelijk voor de veiligheid van het vaderland, voor de eer onzer haardsteden, voor en over alles wat wij hebben en zijn; haar werkzaamheid is van zuiver zedelijken aard. Ditzelfde geldt nagenoeg óók van de Regterlijke Magt, die alleen het Regt handhaaft, en wier taak het is, door wetten en verordenin gen den inwendigen vrede te bewaren. Maar het Leger! Het Leger dat zóó veel grootsch in zich bevat, omvat óók de Priesterschap en de Regterlijke magt! Het Leger heeft, even als de Godsdienst zijne priesters en zijne martelarenHet Leger vertegenwoordigt óókhet Regt en de Magt, en wel, in de meest verheven vormen. Het Leger is de kweekplaats van moed, opoffering en zelfverloogchening. Men kan niet aan de roeping van een Leger denken, zonder met bewondering en eerbied te worden vervuld! Zie daar eene verza meling mannen, die ieder afzonderlijk niet zouden uitblinken door buitengewone eigenschappen van deugd, zelfopoffering, doods verachting en heldenmoed. Maar, nu vormen zij eene vereeniging waardoor zij zich verbinden, hun bloed en hun leven veil te hebben, om het bloed en het leven hunner medeburgers te beschermen, om het

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 260