253 krijgsartikelen voor de minderen bestonden in het leger van den Grooten Frederïk bijna geen wetten of reglementen Gelukkig Leger De wil des Konings was onomstootelijk gegrondvest en duidelijk omschrevende hoofdwetten voor het leger bestonden in het Reglement, de Krijgsartikelen, en eenige gemakkelijk te bevatten voorschriften; al het overige lag in overgëerfde gewoonten en regten, die gewaar borgd werden door zeer strenge begrippen van pligt en bevoegd heid. Hoe zeer Frederïk II op het eergevoel, zelfs van den minsten soldaat wist te werken blijkt uit de omstandigheid, dat iedere rekruut zoodra hij aangekomen en bij eene kompagnie was ingedeeld, den eed van trouw en gehoorzaamheid onder het Vaandel moest afleggen. Dit geschiedde, in tegenwoordigheid van een officier, van den auditeur die de krijgsartikelen voorlas, den Jonker die het vaandel droeg en den onderofficier die de rekruut had aangebragt. Aan de individueele vorming van den soldaat werd toen véél meer zorg en tijd besteed dan thans; terwijl het onderwijs zoo veel mogelijk praktisch werd geleid. Door velerlei middelen had Frederik die alles zelf bestuurde en naging, het zóó ver gebragt, dat oude soldaten er eene eer in stelden om van een burger of boer een flink krijgsman te vormende wedijver ten deze dier oude knevelbaarden om de spoedigste en beste resul taten te leveren, was iets geheel eigenaardigs in het oude Pruissische leger, een verschijnsel, dat men heden ten dage zelfs met de lamp van Diogenes te vergeefs zoude zoeken. Ook onder de Officieren was de krijgstucht uitmuntendMen heeft Opper- en Hoofd-officieren gezien, die tegen den vijand manoeuvreerden met dezelfde onver stoorbare kalmte, naauwgezetheid, en tot in het uiterste gedreven gelijkmatigheid als op de exercitie-plaats. Een Regiment in den 7en jarigen oorlog, onder den naam von Lestwitz, later onder den naam von Tauenzien bekend, dat in den slag bij Breslau het dorp Kleinburg moest veroveren, werd door Kolonel von Klizing tegen dat dorp aangevoerd. Toen nu het z. g. aanleggen der geweren niet geheel naar behooren, niet geheel gelijkmatig ge schiedde liet genoemd Kolonel terwijl zijne troepen hevig beschoten

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 264