255 Met zijn dood verdween echter die tucht weder geheel! De adel en de geestelijkheid met hunne aanhoudende twisten on der Karei den Kale waren daarvan oorzaak. Het daarop gevolgde leenstelsel was eene maatschappelijke, geen militaire instelling; in de benden der Leen-heeren en Leen-man- nen bestond dan ook geen krijgstucht Ondergeschiktheid, militaire en zedelijke vorming waren den be velhebbers onbekend. De daarop gevolgde Kruis-togten waren eigenlijk meer godsdien stige expeditiën dan geregelde militaire krijgsbenden. Ook in die scharen heerschte geen tucht! Men had toen wel Opperhoofden, Edelen en Priesters die beve len uitvaardigden, ook had men ondergeschikten, z. g. „Serfs" die strijden moesten en gehoorzamen, maar, ook hier bestond, noch de ware ondergeschiktheid, nóch de militaire vorming; niets wat inde daad de kracht van een Leger uitmaakt! Eenige geschiedschrijvers noemen Philips August om zijne „pogin gen tot het invoeren der krijgstucht" in zijn leger; anderen zeggen weder dat Duguesclin ze heeft hersteldweder anderen kennen hier van de eer toe aan Karei VIII en Frans I. Joachim Ambert zegt echter, dat al die schrijvers dwalen, dat er wel is waar pogingen in het werk werden gesteld, maar„que dans ces temps jamais la discipline n'exista dans l'armée Frangaise!" Na, den dood van Mazarin vaardigde Lodewijk XIV tal van bevelschriften uit in het belang der krijgstucht. Louvois steunde de pogingen van zijn Vorst, maar, de gebrekkige wijze van leger- aanvulling, de anti-militaire maatschappelijke verhoudingen, de, aan de luimen der hovelingen en aan de kuiperijen van nietswaardige in triganten overgeleverde promotie, tot de hóógste rangen, de verre gaande onwetendheid der meeste bevelvoerders, waren even zoo vele hinderpalen tegen de verzekering en de instandhouding der zoo zeer gewenschte krijgstucht. Ambert zegt: „que la volumineuse collection des ordonnances du roi „et les efforts du ministre n'eurent jamais en Francece que Gustave- Adolphele Grand Frédéric et Cliarles XII obtinrent personelle- ment et sans écrits de leurs armées".

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 266