262 Maar, hoe is het nu gesteld met de krijgstucht, niet in het Duitsche of Franschemaar in het Nederlandsche en Nederlandsch-Indische Leger Hoe was het daarmede vroeger gesteld Niet zoo uitstekend als in het Duitschemaar gelukkigook niet zóó treurig als in het Fransche of Fmgelsclie Leger! De Nederlandsche gelederen bestonden in de XY, XYI, XYII en XYIII eeuwen grooteudeels uit vrijwilligers, vreemde vrijbuiters of gelukzoekers, die van den oorlog een handwerk, een broodwinning maakten; die men door geld zocht te winnen, maar die dikwerf wanneer gevaar dreigde, deserteerden, zoodat men dan weder nieuwe manschappen moest werven. Op eene, zóódanig gestelde krijgsmagt Leger mag men het niet noe men viel natuurlijk niet te rekenen; men moest die soldaten door kracht van wapenen, en strenge, zeer strenge strafbepalingen bijeenhouden In 1586 maakten de vele „delicten der krijgslieden, vergetende alle discipline-militaire endo verlatende hare garnaisoenenhet noodig, dat een placaat, al het, in Nederland dienende krijgsvolk be treffende, dcor Leicester werd uitgevaardigd. Dit schijnt evenwel niet veel geholpen te hebben, want, behalve aan verschillende „knoeijerijen,maakte het krijgsvolk zich toen óók nog voortdurend schuldig, aan het: „onwettig opleggen van contri- butiën en sauve-gardenook ging toen „het krijgsvolk zeer moed willig te werk jegens het landvolk. Een nieuw placaat op de „Monsteringhe d' ordre-militairewas den 10cn Januarij 1587 daarvan het gevolg. Duim twee jaar later, 29 April 1589, vaardigden de Staten Generaal der Vereenig de Nederlanden weder een placaat uit, op het: „wegloopen en de disordre van het krijghs-volk." De „onbehoorlijke ende excessieve daden, confusiën, ende exactiën van het krijghs-volkmaakten dezen maatregel noodig. In dat placaat werd de superieur aansprakelijk gesteld voor de daden zijner ondergeschikten. Een jaar later werd de verbazend strenge Artijckel-briefofte ordonnantie op de discipline-militaire" den 18™ Augustus 1590 uitgevaardigd. Dat besluit, wij zullen het later nog kortelijk vermel den, trof evenwel óók geen doel.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 273