268 De hoofd oorzaak is: de geheel bijzondere wijze, waarop ons Indi sche Leger is zamengesteld. Er is geen leger, behalve welligt het Noord-Amerïkaanschewaarbij voortdurend het blanke element uit zóó veel, en zóó verschillende bestanddeelen en landaarden is zamengesteld als het Nederlandsch- lndischeen waarin de vreemdelingen op zoo groote schaal zijn ver tegenwoordigd. Men vindt in andere landen en koloniën óók vreemdelingen, doch bij wijze van gedeeltelijke aanvulling; het nationale element heeft er steeds verreweg de overhand. Bij ons is dit bijna altijd omgekeerd het geval geweest. Op ultimo December 1869 waren er, blijkens het Koloniaal-Verslag, op eene sterkte van 12064 Europeanen: 8067 Nederlanders, 1069 Duitschers, 414 Belgen, 712 Zwitsers, 314 andere Vreemdelingen, 1062 Kleurlingen en 426 Blanken in Indië geboren. Die percentsgewijze verhouding aan Nederlanders is, in de laatste jaren, vooral ten gevolge van den langdurigen krijg in Atjeh nog veel ongunstiger geworden Bij de 1° Kompagnie van het 5e Bataillon Infanterie, door mij hier te Willem I in 1876 gekommandeerd, bevonden zich, op den 1™ Julij van dat jaar, op eene sterkte van 173 Europeanen 73 Belgen, 41 Nederlanders, 32 Franschen, 9 Zwitsers, 14 Duitschers, 1 Rus en 3 Kleurlingen; dus: 114, Fransch sprekende soldaten tegen 41 Nederlanders Men zoude, die kompagnie binnentredende eerder wanen eene Fran-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 279