271
hunne indiensttreding alle denkbeeld van orde en tuchtzij moe
ten tot gehoorzaamheid en plichtsbetrachting voortdurend gedwongen
worden.
Het gehalte dier Inlandsche militairen is vooral in de laatste
jaren veel verminderd; gewoonlijk komen thans alleen de slechtsten
uit de dessa's in den militairen stand over.
Het civiel bestuur dikwerf vertegenwoordigd, althans nagenoeg
altijd voorgelicht door de inlandsche hoofden, die blij zijn de deug
nieten, dieven of ruziemakers te kunnen lozen, geeft een bewijs van
goed gedrag, en, de man is soldaat.
Somwijlen trekt een deugniet die het in zijn eigen dessa wat al
te gortig heeft gemaakt, naar eene andere negorij, weet den Loerah
zijner nieuwe dessa bij zijne indiensttreding te interesseeren, „et, le
tour est fait"!
Het is dan ook zeer begrijpelijk dat de dorpshoofden de goede,
ijverige ingezetenen, de rustige, nijvere, flinke landbouwers niet gaarne
missen, maar daarentegen volgaarne de gelegenheid aangrijpen, om de
slechte sujetten, de bangsats kwijt te raken, en die krijgt dan het
Leger
En, vermits nu bij onze inlandsche huishouding, het gemis van
een burgerlijken stand der Inlandsche bevolking e. z. v. eene con
trole ten deze uiterst moeijelijk, zoo niet onmogelijk is terwijl het
civiele bestuur zich gewoonlijk het hoofd niet breekt met de al of
niet betrouwbaarheid der benoodigde certificaten, blijven de goede
sujetten in de dessa's, en de slechte treden in militairen dienst.
Yoor ons kader maar vooral voor onze officieren is de taak weg
gelegd, al die slechte elementen te verwerken tot goede, bruikbare
soldaten.
Dat dit evenwel slechts ten deele gelukt is zeer begrijpelijk.
Nog in de A. O. No. 53 van 1871 wees de toenmalige Leger-
kommandant - Kroesen op de dringende noodzakelijkheid om „meer
zorg en meer tijd te besteden, aan de militaire vorming en opleiding-
van dat Inlandsche element, om dit meer deugdelijke begrippen van
tucht en orde in te prenten". Zijne Excellentie oordeelde, dat,
wanneer geen krachtiger maatregelen werden genomen vooral tegen
het destijds veelvuldige in massa's wegloopen van inlandsche