HET KOLONIAAL WERFDEPOT.
De bijna in eiken tak van bestuur en administratie voortdurend
klimmende financieele eiscben maken het iederen Minister tot plicht,
hij de beoordeeling der voorstellen van zijne ambtenaren nauwgezet
te overwegen, in hoeverre er urgentie aanwezig is, om voor dit of
dat onderdeel voortaan meer gelden te vragen en c. q. beschikbaar
te stellen.
Aan dien Staatsdrang tot bezuiniging onttrekt zich het minst de
Minister van Koloniën, tengevolge waarvan het Indische Leger reeds
sedert geruimen tijd, om het zoo eens uit te drukken, ieder meer
clan in het vorige jaar gevraagd dubbeltje gewikt en gewogen ziet,
alvorens het door de Regeering voor den publieken dienst disponibel
wordt- gesteld.
Het is naar aanleiding hiervan, dat wij het niet ondienstig achten,
de pen op te vatten tot bespreking der formatie en organisatie van
het Koloniaal Werfdepot; een uit Indische middelen betaald korps,
op welks onderhoudskosten, naar het ons voorkomt, niet enkele maar
cluizencle guldens jaarlijks vallen te bezuinigen, zonder dat de dienst
daaronder zoude behoeven te lijden.
Wij durven ons te eerder aan die bespreking wagen, nu wij niet
zonder grond de vrees koesteren, dat de na de vette verschenen
magere jaren ditmaal in Indië een weinig langer dan weleer in Egyp-
teland zullen voortduren en daarom de opportuniteit van iederen be
hoorlijk te verdedigen, nieuwen zuinigheidsmaatregel niet wel te
betwijfelen valt.
In den loop der tijden, althans in de laatste kwarteeuw, is er in
tijdschriften zeer weinig over de koloniale inrichting te Harderwijk
geschreven.
18
»-^gSs=<-c