NAPOLEON BONAPARTE EN HET PACIFICEEREN TAN EEN MOHAMEDAANSCH YOLK. Vervolg en slot; zie Af I. Nos. 1 en 2). In den morgen van den 21™ October 1798 hadden te C aïro samen scholingen plaats, waarvan de oorzaak aanvankelijk voor de Franschen een raadsel was; zoozeer had men de voorbereidingen tot den opstand geheim gehouden. Doch dit raadsel was spoedig opgelost, zoodra het hekend werd, dat enkele Franschen door het volk in de straten op gruwelijke wijze waren afgemaakt. Toen eenmaal bloed gestroomd had, geraakte het grauw in blinde woede. In dien toestand werd elk Franschman, die afzonderlijk werd aangetroffen, vermoord en vond zelfs de Commandant van C a r o, de generaal D u p u i s, in dezen eersten aanloop van het volk den dood. De Franschen waren in den waren zin van het woord verrast. Doch weldra bulderden de alarmschoten van de citadel en zond generaal Bon, die na den dood van generaal D u p u i s het bevel over de bezetting op zich had genomen, sterke afdeelingen Infanterie af, om de opstandelingen van de hoofdverzamelplaatsen te verdrijven. Bonaparte, die zich in het hoofdkwartier te Gizeh bevond, kwam, op het hooren van de alarmschoten, vergezeld van zijne guides, met allen spoed maar Caïro. Doch bij het naderen van de stad werd hij zoo zeer bemoeilijkt door talrijke benden Bedouinen, die in aantocht waren, om hun voordeel bij den opstand te zoeken, dat hij genoodzaakt was, een omweg te maken, om Caïro te bereiken. Eenmaal daar aangekomen, nam hij zelf de leiding der zaken op zich. Intusschen was het aan de Infanterie, door generaal Bon af gezonden, gelukt, de macht der opstandelingen al vechtende terug te dringen naar de groote moskee Eleasar. Dit was voor de Fransche troepen een groot succes. De opstand -a&iSss

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 298