290 patrouilles. Pendant la nuit, exigez que toutes les maisons éclairent." Op den 23en October gaf Bonaparte aan denzelfden generaal last, om gedurende den nacht de groote moskee geheel te slechten, de barikaden op te ruimen, kortom door de geheele stad ruim baan te maken. Het patrouilleeren bleef nog steeds aan de orde, en al de gevangenen werden tot nadere bevelen in de citadel opgesloten. Die nadere bevelen deden zich niet lang wachten, want dienzelfden dag schreef Bonaparte aan generaal Berthier: „vous voudrez bien, citoyen general, donner l'ordre au commandant de la place de faire couper le cou a tons les prisonniers, qui ont été pris les armes a la main, lis seront conduits cette nuit aux bords du Nil, entre Boulaq et le Vieux-Caïreleurs cadavres, sans tête, seront jetés dans la rivière." Merkwaardig is het, dat Bonaparte er bijzonder op gesteld was, dat na het oorverdovend gedonder van het geschut en het hartverscheurend geschreeuw der insurgenten, plotseling een doodsche stilte intrad. Hij verbood daarom het schieten in de straten. De patrouilles waarden in stilte rond. Door dit groote contrast bereikte hij veel effect, dat nog krachtiger werd, toen een troep ezels, beladen met zakken en begeleid door soldaten, op het plein van Ez-Bekieh, het centrum van het meest bevolkte gedeelte van Caïro, aankwam, en de inwoners, door nieuwsgierigheid gedreven, zich in grooten getale om de ezels verdrongen en de soldaten de zakken openmaakten en daaruit een menigte afgehouwen hoofden der opgestane fellahs voor de voeten der verschrikte menigte over den grond lieten rollen. „Cela leur servira, je crois, de bonne lecon", zeide Bonaparte, en de gevangenen op de citadel volgden voor een groot deel de fel lahs; dagelijks hadden er execution plaats. Deze strenge maatregelen zijn door sommige schrijvers afgekeurd, o. m. door Lanfrcy, die, zooals reeds werd gezegd, bekend is we gens zijne onpartijdigheiddoch deze schrijver moest toch constateeren, dat: „Grace a cette terrible execution, l'hiver s'écoula assez tranquil- lement"; en daarop kwam het toch maar aan. „Het gebeurde te Caïro scheen", zegt generaal Yon Lossau, „voor het oogenblik eene heilzame werking te hebben gedaan." In zijne geschiedenis van den Egyptischen veldtocht zegt Ader: „La terreur que jeta dans l'Egyp te

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 301