291 Tissue de la révolte du Caïre, étouffa pour longtemps l'esprit de rebellion." Generaal Marmont, die geen vleier was, schreef, toen hij kennis kreeg van het oproer te Caïro, aan Bonaparte: „L'exemple terrible que vous avez donné, préviendra sans doute de nouveaux malheurs et assurera notre tranquillité." De uitwerking van de maatregelen, door B o n a p ar te genomen, om Egypte te pacificeeren, was zóó beslissend, dat hij zijn aandacht verder ge heel kon wijden aan de voorbereidingen tot den tocht naar Syrië, welke in het volgend jaar plaatshad, en waardoor Neder-Egypte gedurende 4 maan den, zonder gevaar, van een groot aantal troepen kon ontbloot worden. De gemaakte indruk was ook van blij venden aard. Want toen Bonaparte Egypte verliet en het opperbevel overdroeg op gene raal KI eb er en deze, om redenen welke wij nu niet ia herinnering brengen, genoodzaakt was, Heder-Egypte opnieuw te veroveren en te pacificeeren, gelukte hem dit onder overigens ongunstiger omstandighe den met veel zachter middelen; omdat, zooals door sommige schrijvers wordt opgemerkt, de inwoners bij voorbaat in angst waren voor de repré sailles, wélke zij, op grond van de herinnering aan hetgeen Bonaparte te Caïro deed, ook nu verwachtten. Het gezegde van B onap ar te „Obeïr, pour eux, c'est craindre", werd thans bewaarheid. Yoor Egypte is het een ramp geweest, dat de Franschen in 1802 door de Engelschen genoodzaakt werden, naar Europa terug te kee- ren. Ware het Nijlland onder het Fransche bestuur gebleven, dan zou het thans minstens even gelukkig en bloeiend zijn als Algiers. Op het stuk der mensckelijkheid hebben de Engelschen dan ook eene groote ver antwoordelijkheid op zich geladen, toen zij Egypte aan wanbeheer en bar- baarschheid ten prooi lieten. De zedelijke plicht van Engeland was, nu politieke redenen de uitzetting der Franschen schenen te eischen, om zelf het beheer over dit ongelukkige land op zich te nemen. Om meer dan een reden lag het op den weg van Albion zóó te handelen. Het jaar 1882 heeft doen zien, dat het er ten slotte ook toe is moeten komen. Moge de tegenwoordige invloed van Engeland in Egypte van meer duurzamen aard zijn! Jean Pierre.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 302