295 De kruisschroef mag niet te vast worden aangedraaid. banden of een derzelven afgenomen wordt. De kruisschroef mag niet verder dan tot op een halven slag worden aangedraaid, terwijl de trekker- veerschroef vast aangedraaid moet worden, opdat de trekkerveernok voldoende voor den haan grijpt. Inspectie van het geweer. Gaat de haan te gemakkelijk over, dan kan dit het gevolg zijn, niet alleen (zooals het Indisch reglement onvolledig aanteekent) van het niet voldoend aandraaien der trekkerveerschroel of van afslijting der trekkerveernok, maar ook van afslijting van den voor kant van den haan. Onderhoud en schoonmaken der wapens. Bij het Nederlandsche Leger treft men dienaangaande alsnog aan. Bij de compagnieën zal aanteekening worden gehouden van de loopen met inwendige gebreken, welke niet door den mr. geweermaker kunnen hersteld worden, noch van dien aard zijn, dat zij voor buitengewone hei stelling in aanmerking behoeven te komen en wel om, bij overgang van het wapen in handen van een anderen gebruiker,'dezen voor straf of beris ping te vrijwaren. Ten einde een goed begrip van de richting en werking van densluit- toestel te verkrijgen, zal bij elk bataljon infanterie een opengewerkt sluit stuk van KI. Kal. geweren aanwezig zijn, om bij de theoriën gebruikt te worden, terwijl voorts, om het breken van bajonetscheeden te voorkomen, deze op wachten en bij de gewone oefeningen niet meer zullen worden gedragen. 3e Afdeeling. Het inschieten der geweren. Dit geschiedt bij het Nederlandsche Leger niet op 100 pas, doch op 100 H. op eeue schijf met eene verticale zwarte streep niet van 1, doch van 2 c. M. breedte.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 306