306 én heeft éénmaal in de onevene maanden plaats door de onderofficieren en minderen, die de oefeningen der 3e klasse doorloopen hebben, de scherpschutters daaronder begrepen. 140. Tot doelen zullen zich steeds vóór den schutter bevinden een driemansschijf, een figuurschijf en een paar kopschijven. De waarnemer en schij venplakker bevinden zich gedurende dit vuur in den waarnemingspost. 141. De afstand, waarop dit vuur beoefend wordt, bedraagt van 100 tot 500 M. 142. De schutters worden één voor één voorgeroepen, ten einde vijf schoten te doen op een der schijven, door den onderwijzer in ver band met den afstand aan te geven, nadat door don man opgegeven is, op welke schijf hij meent nog goede trefkans te hebben. Na het schie ten worden de schutters achtereenvolgens op eenigen afstand zijwaarts opgesteld. Degenen die nog schieten moeten, zijn, met het front naar achteren, op zoodanigen afstand geplaatst, dat zij geen inlichtingen van hunne voorgangers kunnen inwinnen. 143. De schutter neemt een geschikte houding aan in overeenstem ming met het terrein; hij regelt zelf het vizier, de onderwijzer houdt daarvan aanteekening. 144. Na elke serie van vijf schoten worden de treffers opgenomen en dichtgeplakt. De waarnemer, die met inachtneming van de voorge schreven veiligheidsmaatregelen zijn post verlaat, doet, voor de getroffen schijf staande, zooveel slagen met de vlag als het aantal treffers, dat de geheele schijf bevat, zonder rekening te houden met de figuur; aan slagen worden medegeteld. 145. Na afloop der oefening wordt de afstand medegedeeld en wor den de verkregen uitkomsten besproken. Salvovuur op onbekende afstanden. 146. Dit vuur treedt in de plaats van een gewone schietoefeningen heeft per bataljon éénmaal in de evene maanden plaats door de onder officieren en minderen, die de oefeningen der 3e klasse doorloopen hebben, de scherpschutters daaronder begrepen. 147. Tot doel worden de sectieschijven der compagnieën gebe zigd, geplaatst, volgens de bevelen van den bataljonscommandant, op een geschikt terrein of, bij gebreke daarvan, op het schietterrein voor een dei Een sectieschijf is breed 10 M.. hoog 1.7 M.; op 0.45 M. van den onderkant is eene horizontale lijn getrokken, ten einde afzonderlijk de treffers in liggende infanterie te kunnen opnemen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 317