30?
kogelvangers, doch in een richting zoo mogelijk afwijkende van die der
gewone rooilijn. Men zorge voor de noodige veiligheidsmaatregelen.
148. De bataljonscommandant regelt den afmarsch der compagnieën
zoodanig, dat de eene na de andere de oefening kan verrichten.
149. De compagniescommandant laat door de presente onderofficieren
en minderen, ieder voorzien van 10 patronen, een peloton, een sectie of
desnoods een groep formeeren, gecommandeerd door een luitenant, en een
gedeelte eener compagnie voorstellende. Nabij het terrein of in het gezicht
der schijven geeft hij dezen officier de opdracht tot het innemen van een
of twee achtereenvolgende stellingen en het geven van salvovuur op de
voorgestelde vijandelijke positie. De compagniescommandant houdt aan-
teekening van de gebezigde vizieren.
150. Na afloop van het vuur wordt het personeel naar de schijven
geleid, de afstand tot het doel daarbij opgemeten en worden de treffers
opgenomen.
Het eigenlijke gevechtsschieten.
151. Deze oefening wordt door den commandeerenden officier zoo
danig geregeld, dat iedere compagnie een- of tweemaal per jaar daaraan
deelneemt.
152. Yan elke compagnie nemen daaraan deel alle onderofficieren
en minderen, die de oefeningen der 3e klasse doorloopen hebben. Er wor
den zooveel compagnieën te zamen gevoegd, dat ongeveer de sterkte eener
compagnie op voet van oorlog verkregen wordt. Het daarbij benoodigde
kader wordt ingedeeld, terwijl het overschietende kader in het gelid plaats
neemt, na aftrek van een gedeelte, dat ongewapend achter de vurende
manschappen verdeeld wordt en alleen toe te zien heeft, dat er geen on
gelukken kunnen plaats hebben. Ieder man is minstens van twintig pa
tronen voorzien.
153. Tot doel worden gebezigd schijven van verschillende grootte, de
tirailleurs en soutiens eener vijandelijke compagnie voorstellende. Men
zorge voor de noodige veiligheidsmaatregelen.
154. De marsch naar het terrein geschiedt naar aanleiding eener aan
den aangewezen compagniescommandant opgegeven onderstelling en op
dracht. Aan dezen is verder geheel overgelaten het oogenblik van over
gang in gevechtsorde, de keuze der momenten voor salvovuur, de wijze
van avanceeren, de werkkring der soutiens en hetgeen verder tot de
vuurleiding behoort. De afdeelingscommandanten, die de salvovuren com-
mandeerèn, wijzen de te beschieten doelen en de te bezigen vizieren aan.