315 hooron, dat ze zich zoodoende zeer goed met die bijeenkomsten kun nen vereenigon. Voor velen onzer is het ook niet kwaad, zoo nu en dan eens in tegenwoordigheid van andere collega's en chefs een on derwerp te bespreken, of een opinie te verdedigen. Wij kennen we^ allen praten, maar nog niet allen spreken en dit is toch ook niet overbodig. In een garnizoen met een beperkt aantal officieren verliest dit motief echter weldra alle waarde en zonder bibliotheek zal het diertje weldra lijden aan bloedarmoede. Dan echter ontstaan de meer intieme bijeenkomsten van een klein aantal officieren, die elkaar dagelijks spreken, en daar is de plaats, waar zich de gelegenheid opent, om van gedachten te wisselen over on derwerpen uit militaire tijdschriften, zooals b. v. over het opstel van Lochman v. B. Geen „schrijverij" moet er echter bijkomen en ze ker nooit van die „schriftelijk uitgewerkte vraagstukken voor den inspecteur." De opmerkingen van Schr. over den afstand, waarop gevuurd mag worden, zijn door de algemeenheid niet duidelijk. De Europeesche tactiek wil weinig vuur bij den aanvalmen meent echter toch algemeen, dat het vuur reeds op 500 M. geopend zal moeten worden. Deze afstand zal in Indië wel altijd kleiner moeten zijn, daar het terrein meestal te bedekt iskort voor de beslissing is het echter de muziek der attaque. In den terugtocht zal het echter dikwijls noodig zijn, om den uit zijnen kampong vurenden vijand te beletten, gewonden bij ons te ma ken, iets wat zich door zijn eigenaardig in de lucht schieten soms al op vrij groote afstanden voordoet. Zonder dat ik nu wil beweren, dat het verstandig is, op die heel of half matte kogels te antwoor den, zal men toch dikwijls ook boven den reglementairen afstand van 600 Ind. passen een woordje op zijn pas kunnen meespreken en door een bundel van een of twee salvo's soms voorkomendat men ge wonden krijgt door toevallige treffers. In het algemeen behoort het m. i. tot de competentie van do offi cieren, die bij eene excursie tijdelijk gedetacheerd zijn, om te beoor- deelen, of ze al dan niet zullen vuren, en dat wel zonder verdere of Bijeenkomsten op een post in Atjeh, waar de troep soms twee maal daags [zooals het mij pas woorkwam] uitrukt, zullen echter nooit „pakken!"

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 326